42 kalm te mikken en vermindert dus onze verliezen, terwijl het onze infanterie tot het doorzetten van den aanval moet doen besluiten. Naarmate van den vijand, dien wij tegenover ons hebben, en den toestand der eigen troepen, zijn er dus zelfs gevallen, waarin de voorbereiding van den aanval door vuur onnoodig is; er zijn er andere, waarin die voorbereiding zeer nuttigandere weder, waarin zij bepaald noodig is, om onze troepen vooruit te brengen. Maai gevallen, waarin het overwicht in vuurwerking een nood zakelijke voorwaarde is, om tot den vijand te kunnen doordringen, doen zich in onze oorlogvoering niet voor. En daarom hebben wij, om onze aanvallen te zien slagen, ook geen behoefte aan dat „overstelpen van 's vijands stelling met een hagel van projectielen", aan die hoogstmogelijke opvoering der vuursnelheid. Voor de hoofdhandeling in onze gevechten - den aanval op een in meerdere of mindere mate versterkte stelling acht ik dus een wapen, dat bepaaldelijk op de grootst mogelijke snelheid van vuren is ingericht, niet noodig. Zulk een wapen zou bovendien dikwijls nadeelen voor ons opleveren, zooals ik thans zal trachten aan te toonen. Naarmate er meer gevuurd' wordt, stijgt de behoefte aan munitie bij den man en bij den gevechtstrek en in dezelfde mate vermeer deren ook de bezwaren van den opvoer der patronen in den rug onzer colonnes, ter aanvulling van wat verschoten is. Dat er met alle middelen moet gestreefd worden naar vermindering der belasting van den Indischen infanterist, is een stelling, die wel geen tegenspraak zal ondervinden. De belasting te velde mag niet worden beheerscht door de vraag: „hoeveel de man wel in staat zou zijn te torsen zelfs niet „hoeveel hij zonder overwegende bezwaren dragen kan?" maar men behoort de zaak alleen te toetsen aan de vraag: „wat moet de soldaat nood wendig dragen, opdat hij voor zijn taak geschikt zij?" Deen grooter aantal patronen bij deu man dus, dan noodig is. En wat de behoefte aan transportmiddelen betreft, zoowel bij de korpsen zelve als bij den opvoer in den rug der colonnes, is het van zeer veel belang te streven naar beperking, opdat aan de èéne zijde de voorziening in wat onmisbaar is zoo goed mogelijk verzekerd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 51