521
Kwaadaardig zijn de muildieren zeldenvalsch slaan en vooral
bijten behoort tot de groote uitzonderingenze bezitten een karak
ter dat afkeerig is van bemoeiingen met hen en dat, om iets gedaan
te krijgen, overreding vraagt. Dat dit noch in China noch ten onzent
het meest gebruikelijke middel is, vooral bij het geleiden, bewijzen
de tongen. Men kijke die eens na en zal er dan steeds verscheidene
vinden met groote en diepe litteekeus van wonden door rukken aan
het gebit teweeggebracht.
(Wordt vervolgd). J. van de Velde.
vooral op stal, rekening te houden. Dit kan pas geschieden wanneer man en paard
elkander hebben leeren kennen; gelooft men dan voorts ook niet dat een man zich
aan een paard hechten zal en er zorg en moeite voor zal overhebben wanneer
men het hem laat houden meer dan wanneer men het hem telkens afneemt? In
Kederland wordt daarmede veel meer rekening gehouden en hier is het meer noodig
dan daar omdat de paarden meer prikkelbaar en kwalijknemend zijn. Officieren
ondervinden bij veelvuldige verwisseling of zelfs kort na één verwisseling van paar-
deDjongen of oppasser, dat hun paard stug is geworden op stal en weten niet waaraan
het toe te schrijvende omstandigheid dat de nieuwe man het paard, zonder moedw 1,
in tal van kleinigheden onaangenaam bejegent is daarvoor al verklaring genoeg.
Ik weet zeer goed dat menigeen die dit leest om wat hij overdrijving en vertroeteling
noemt zal lachen, maar ik lach er om dat er bij ieder eskadron en bij iedere batterij
verscheidene, resp. eenige onhandelbare, hoogst wantrouwige paarden zijn, wien men
b*buiten den stal geen ach 'erbeen kan opnemen. Heusch dat is bespottelijk voor
een afgericht soldatenpaard en dat komt door de behandeling, ofschoon toegegeven
moet worden dat de zoo achterdochtige Sandelwood veel gemakkelijker door gemis
aan overleg zóó wordt dan de meer geapprivoiseerde Europeesche troepenpaarden.