527
door de sterfte in het leven wordt geroepen, normaal is geworden.
In eene vereeniging, als beschreven in Bwordt het aantal
sterfgevallen dus normaal na een menschenleven 20 jaar na hare
oprichting, dat is dus na 50 a 60 jaren.
In onze vereeniging is dat anders, omdat men al dadelijk alle
actieve officieren heeft toegelaten. Hebben dezen daarvan gebruik
gemaakt in dezelfde verhouding als waarin zij vertegenwoordigd
zullen zijn bij gansch normalen toestand, dan moet onze vereeniging
voor de berekening van het tijdstip, waarop haar getal sterfgevallen
normaal zal zijn, gerekend worden te zijn opgericht 30 jaar vóór
de eigenlijke oprichting, aangenomen, dat de jongste leeftijd van
toetreding 20 en de oudste leeftijd van de actieve officieren, 50 jaar is en
dat de toetreding van de jongste officieren dadelijk normaal is geweest.
Stellen we nu, dat de toetreding van de jongste officieren in 1890
normaal was (we mogen dit aannemen, ook al viel bedoeld tijdstip
iets later in, omdat ook gerekend moet worden op de jonge officieren,
die te voren zijn toegetreden). Stellen we verder, dat de bij de op
richting aanwezige actieve officieren al dadelijk in eene juiste ver
houding zijn toegetreden (dit kan zonder bezwaar, men bedenke
namelijk dat het aantal leden, ware het recht om toe te treden beperkt
gebleven tot de jonge officieren, thans niet grooter zou kunnen zijn
dan hoogstens 600 de vereeniging is in 1886 of 1887 opgericht
terwijl er thans reeds 1300 zijn en het getal leden nimmer
veel grooter dan 1800 zal worden de gegevens ontbreken mij hier,
om juist te kunnen berekenen, in hoever dit getal 1300 beantwoordt
aan eene toetreding in normale verhouding van de bij de oprichting
aanwezige actieve officieren), dan zal het aantal sterfgevallen in onze
vereeniging normaal zijn ongeveer in 1915, namelijk 75 (30-j-20)
-f- 25 jaar na 1890; hierbij is aangenomen, dat de jongste toetreding
plaats heeft op 20-jarigen leeftijd en een menschenleven 75 jaar duurt.
Economisch geoordeeld moet onze vereeniging alzoo in 1915 reeds (1)
eenigen tijd hebben opgehouden te bestaan, want dan zou de contri-
(1) De toetreding zou reeds nu moeten ophouden, want weinig of geen van hen,
die thans toetreden, zullen in 1915 hun gemiddelden levensduur bereikt hebben en
dus op de uitkeering voor hunne nalatenschap mogen rekenen. Zoo zou alzoo feite
lijk onze Vereeniging reeds spoedig moeten te niet gaan.