529 geu in het reglement, a. a., wekt bij hun de vrees, dat de vereeni- ging onder zulke pogingen wel eens kon bezwijken en zij zoodoende voor zichzelf te vergeefs gecontribueerd zouden hebben; zij zullen daardoor licht geneigd zijn voor het 'lidmaatschap te bedanken en schrik ken anderen bovendien van toetreding af. Het waarborgkapitaal nu, hetzij dit in eigen beheer is (kapitaalvorming) of aan eene particu liere maatschappij behoort (de door mij voorgestelde ré-assurantie), is daartegen een onfeilbaar voorbehoedmiddel. E. Op welke wijze zal de in A en B onderstelde vereeniging zich nu tegen den geschetsten fatalen afloop kunnen beschermen? Uitsluitend door de bepaling, dat ieder 20-jarig lid (ouderen na tuurlijk meer) van stonde af aan, de berekende contributie van 2.50 's maands storte, want dan draagt ieder gemiddeld werkelijk de som bij, die voor de uitkeering en het beheer noodig is. Die contributiën moeten nu worden opbewaard om bij sterfgevallen uitbetaald te wor den. Men kan ze echter ook rentegevend aanwenden, zooals de par ticuliere maatschappij doet, die daardoor in staat is de stortingen belangrijk lager en wel op ongeveer 2/3 te stellen. Het behoeft nu geen nader betoog, dat van drie vereenigingen een als ondersteld in A en Bnamelijk onze eigene vereeniging zooals die (hans is en ook na 1 Januari a.s. zal zijn ingericht, een, die wel van ieder lid gemiddeld zóóveel eischt, dat de uitkeering ten zijnen behoeve volledig gedekt is, doch geen rente kweekt en een die dit laatste wel doet en daardoor veel goedkooper is zonder aan de soli diteit afbreuk te doen) de laatstbedoelde ver de voorkeur verdient. Ook met kapitaalvorming in eigen boezem bereikt men het goede doel, doch daartegen bestaan zooveel gegronde bezwaren, dat zij in mijn oog geen aanbeveling verdient. Het is om al de voormelde redenen, dat ik besloot een voorstel in te dienen tot ré-assurantie onzer vereeniging bij de N. I. Levens verzekering- en Lijfrente-Maatschappij. Mijne voorstellen zijn: le. Yoorstel tot ré-assurantie bij de H. I. Levensverzekering- en Lijfrente-Maatschappij (reeds ingediend zie de Bataviasche bladen van 17 April j.l.).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 546