537
Maar vindt ge het dan zelf niet ongemeen onbescheiden om over de
zaak in het publiek uwe pen te voeren Dat ge er niets van be
grijpt is uit uw eigen artikeltje te putten. Gij beveelt eene verbin
ding van onze vereeniging met het officiers-weduwen- en weezen-
ionds aan, maar verbeeldt gij u dan, dat zij, die reeds geruimen tijd
lid onzer vereeniging zijn, bij zulk eene verbinding financieel beter varen
dan bij mijn voorstel, voorkomende in de Bataviasche bladen van 17
April jl. Goedkooper dan eene ré-assurantie bij eene particuliere
maatschappij kan ons weduwen-en weezenfonds den leden geen ƒ1000.
bij overlijden verzekeren. En dan wilt gij nog wel de bijdragen met
de rangen progressief doen klimmen, terwijl ik slechts naar vermo
gen, d. w. z., ieder hetzelfde procent van het inkomen, wensch te
doen contribueeren. Wel man, ge zijt veel meer eischend dan ik
voor hen, die reeds geruimen tijd lid onzer vereeniging zijn, waar
onder dus ook de meeste bezitters van een hoogeren rang voorkomen.
Uw artikeltje is zoo'n chaotische dooreenhaspeling van verschillende
tegenstrijdige denkbeelden, dat ontwarring bepaald moeielijk is.
Hier zegt ge, dat ik de uitdrukking „bijdragen naar vermogen"
volstrekt niet mag bezigen, zoolang ik het beginsel van progressieve
belasting niet huldig en te gelijk beveelt ge eene samensmelting
van onze vereeniging met het weduwen-en weezenfonds warm aan,
alsof daarbij uw geliefd denkbeeld „progressieve belasting" niet
bepaaldelijk is uitgesloten. Daar weder noemt ge mijne pogingen
om jonge luitenants naar onze vereeniging te lokken ziekelijk en
zeif zoudt ge door samensmelting van officiersvereeniging en weduwen-
en weezenfonds op alle officieren een dwang willen leggen om hunne
nalatenschap eene som in eens te verzekeren. Op eene andere
plaats beweert ge stoutweg, dat er in ons Leger geen reine kame
raadschap bestaat en zuivere toepassing van het kameraadschaps
beginsel door de overmacht van het persoonlijk egoïsme onmogelijk
is en een oogenblik te voren spreekt ge zelf van mijn- onkameraad
schappelijk of kameraadschappelijk streven en pleit ge, wat erger is,
voor progressieve belasting, wat niets minder is dan het trekken
van een wissel op de beurs van de officieren van hoogeren rang
ten bate van hunne jongere kameraden. Ontvangen de hoogere
officieren dan hun traktement ten deeie voor de jongere De laatsten