543
Beleedigingen of oneerbiedigheden, dreigingen of gewelddadigheden
tegenover een meerdere buiten den eigenlijken dienst en die met
den dienst in hoegenaamd geen verband staan, maken evenzeer in
breuk op de militaire subordinatie als die, welke in of ter gelegen
heid van dienstzaken worden gepleegd. Heeft het vergrijp echter
in of naar aanleiding van den dienst plaats, dan stelt deze omstan
digheid een verzwarend element daar, mot betrekking tot de straf
schuldigheid van den dader.
De ondergeschiktheid is evenmin afhankelijk van de omstandigheid,
of de meerdere al of niet in uniform is. Ben mindere is evenzeer
eerbied en gehoorzaamheid aan zijn meerdere schuldig, al is deze ook
in burgerkleeding, mits de mindere heeft geweten of moeten weten,
dat hij met een meerdere in rang te doen had, hetgeen uit het ge
rechtelijk onderzoek wettig en overtuigend moet blijken (cf. sententie
definitief N. H. M. G. dd. 1 Juli 1875).
Strikt genomen zoude er nimmer sprake moeten zijn van onder
geschiktheid tusschen militairen van gelijken rang dan wel tegenover
een militair die geen rang bekleedt.
Waar evenwel militairen van gelijken rang te zamen moeten werk
zaam zijn, is het onvermijdelijk noodzakelijk om er één met het
commando te belasten. Alsdan is deze tegenover de anderen de
meerdere in rang.
De garnizoenscommandant staat dus in rang boven de overige
officieren van gelijken graad tot het garnizoen behoorendede majoor,
die een gesplitst bataljon commandeert, boven zijn rangsgelijke,
die slechts de ééne helft van hetzelfde bataljon commandeert;de
kapitein, die het bataljon, de luitenant die de compagnie, de onder
officier, die de wacht commandeert enz., boven zijn graadsgelijken
bij het onder hem gestelde bataljon, de compagnie, wacht enz. (cf. sen
tentiën definitief N. H. M. G. dd°. 10 October 1844 en 16 December 1872).
Handelende binnen den kring zijner bevoegdheid ter uitvoering
van het hem ook bevoegdelijk opgedragen commando, moet zoodanig
commandant door alle onder zijne bevelen gestelde rangsgelijken, zon
der de minste beperking en dus in den volsten zin des woords als een
meerdere in rang worden beschouwd, gehoorzaamd en geëerbiedigd.