556 af, en werd vervangen door den len Luitenant-Adjudant der Infanterie H. Rotting. Het bestuur betuigt langs dezen weg zijn dank aan H. H. Correspon denten, kwartiermeesters en administrateurs van garnizoenen, voor de voortdurende behartiging der belangen onzer vereeniging. In opvolging van artikel 9 van het reglement zijn de leden te Batavia P. van Lawic'k van Pabst en A. W. van der Meer uitgenoodigd het over 1893 gevoerd beheer te willen nagaan. Deze Commissie deelt in haar rapport van 20 April jl. mede, dat haar onderzoek geen aanleiding heeft gegeven tot bepaalde bedenkingen, en geeft eenige punten van huishoudelijken aard in overweging, die ter al- gemeene vergadering toegelicht, door het bestuur nader besproken en voor zooveel noodig uitgevoerd zullen worden. Na voorlezing werd het verslag over 1893 door de algemeene vergadering goedgekeurd en het bestuur mitsdien van de verantwoordelijkheid ontheven. Bij monde van den president is de commissie van verificatie de dank betuigd voor hare aan de vereeniging bewezen diensten. Naar aanleiding van onze hiervoren vermelde circulaire zijn door het bestuur 481 stemmen ontvangen, waarvan 377 geldig waren en 104 als ongeldig ter zijde moesten worden gelegd. Het le voorstel der commissie (billijke contributieregeling, zonder kapitaalvorming) verkreeg 307 stemmen, en ook de meerderheid, zoodat dus de gewijzigde contributieregeling overeenkomstig artikel 17 van dat voorstel op 1 Januari 1895 in werking treedt. Gevolg gevende aan haar voornemen werd voorts in stemming gebracht het door een bevoegd rechtsgeleerde samengestelde ontwerp der 2e ali nea van art 21. De algemeene vergadering zich met dat ontwerp kunnende vereenigen, arresteerde de 2e alinea van gemeld artikel, die alsnu luidt „Heeft een lid nagelaten een persoon of personen aan te wijzen, aan „wie bij overlijden de uitkeering moet geschieden, dan zal de uitbetaling „plaats hebben aan zijne weduwe of bij ontstentenis van deze, aan zijne „zoowel wettige, gewettigde als natuurlijke erkende kinderen." „Ontbrekenook evenbedoelde personen, dan heeft geene uitkeering plaats.'» Namens het bestuur: W. H. Staverman, president IC. Musch, Secretaris-penningmeester.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 573