49
besluitvaardig den vijand te lijf te gaan men denke b.v. aan
de wijze van optreden onzer maréchausseés in Groot-Atjeh zou
meermalen onze gewone infanterie den krachtigen steun van een
snelvurend wapen met voordeel aanvaarden.
Alles samengenomen, kan er dus verschil van gevoelen bestaan
over de vraag, hoe in een bepaald geval aan een aanval van den
Iulandschen vijand het best het hoofd is te bieden. Veel, zoo niet
alles, zal daarbij afhangen van het karakter en doorzicht van den
aanvoerder, het onderling vertrouwen tusschen hem en zijn soldaten,
het moreel en de oorlogservaring van zijn troep.
Maar het komt mij voor, niet aan twijfel onderhevig te zijn, dat
onze infanterie belangrijk gebaat zal zijn met een wapen, waarmede
zij in elk dier gevallen, zoo dit mogelijk en nuttig is, een krachtig
magazijnsvuur zou kunnen afgeven.
Nu eens kan zulk een magazijnsvuur den aanval, met groot verlies
voor den vijand, geheel afslaan. Dan weder kan het althans het
gevaarlijk karakter van den aanval grootendeels breken. De hoo-
gere waarde, die zulk een wapen voor den soldaat heeft, zal niet
nalaten, zijn moreel te schragen. En zelfs in de gevallen, waarin
een aanvoerder terecht zou afzien van die grootere vuurwerking en
de voorkeur geeft aan de bajonet, kan het hem niet schaden, dat
het wapen ook een andere strijdwijze zou hebben toegelaten.
De bewapening met een meerlader biedt dus aan onze infanterie
in tweeërlei richting voordeelen aan: in bepaalde gevallen zal dat
wapen op directe wijze een krachtig strijdmiddel zijn; in elk geval
zal een zoodanige bewapening een niet te versmaden voorzorg wezen,
om op alle omstandigheden voorbereid te blijven.
Op den voorgrond van dit betoog neb ik gesteld, wat m.i. de
hoofdzaak is, n.l. dat ons geweer ons in staat moet stellen, in den
regel een bedaard vuur af te geven en dit zoolang mogelijk in de
hand te houden. Deze overweging acht ik beslissend en daaraan
wordt alleen voldaan door een wapen, dat ook als enkellader
ingericht is en waarvan dus het gevuld magazijn tijdelijk is af
te sluiten.
Zulk een geweer biedt nu echter ook juist de meeste voordeelen
Dl. I, 1894. 4