50
aan in die gevallen, waarin de grootste vuursnelheid voor ons gewensoht
zou zijn.
Want in al dergelijke gevallen zal dan de soldaat die oogenblikken
van grootere spanning intreden met een geheel gevuld magazijn, wat niet
plaats heeft, als zijn wapen uitsluitend voor het gebruik als meerlader
is ingericht, zooals het proefgeweer van 6.5 mM,
Bij dit laatste stelsel toch maakt de man bij voortduring gebruik
van zijn magazijn, zoodat zich hierin, op oogenblikken waarin plotseling
de grootste vuursnelheid moet worden aangewend, slechts een voorat'
niet te bepalen aantal patronen 1 tot 5 zal bevinden.
Dit aantal zal bovendien bij de verschillende schutters eener af-
deeling dikwijls uiteenloopen.
Gedurende het nu volgend tijdperk van grootere spanning, waarin
men magazijnsvuur wenscht af te geven, is het m.i. stellig te vreezen,
dat van de schutters, die het eerst de enkele patronen, die nog in
hun magazijn waren,, verschoten hebben, een deel niets bemerken zal
van het ledig raken van dit magazijn.
Men stelle zich den toe.stand van dadelijk gevaar, de opwinding
van den man, het geraas van het snel afgegeven vuur, den opdringenden
of aanstormenden, vijand voor en vrage zich dan af, of er eenigo
waarheid gelegen is in de stelling:
„de soldaat zal steeds nauwkeurig tellen, hoeveel patronen hij
„verschoten heeft van de vijf, die hij aanvankelijk in het magazijn
„had, en dus precies weten, wanneer dit ledig is.'"
Dat men het onhoudbare hiervan begint in te zien, moge blijken
uit het feit, dat aan het nieuwe Spnansche geweer M/92 een inrichting
is aangebracht, die den man belet den grendel te sluiten, zoodra
het magazijn lediggeschoten is, opdat hij althans op werktuigelijke
wijze gedwongen worde, op te merken, dat hij slechts schijnbewegingen
uitvoert.
Als zulk een inrichting ook te velde voldoet, is zij een verbetering,
die waarlijk niet overbodig is ook bij ons proefgeweer. Want hoewel
bij dit stelsel het ledig zijn van het magazijn wordt aangekondigd door
het uitvallen van den patroonhouder, zou het toch zeker niet mensch-
kundig zijn, er op te vertrouwen, dat de soldaat in het gevecht iets
bemerkt van het op den bodem sawah, gras, struikgewas vallen