56
Het zou dus een dwaalbegrip zijn, te meenen, dat de aanneming
van een geweer, dat ook als enkellader is ingelicht, een tweeledige
verpakking der munitie ten gevolge moet hebben
Integendeel kan men bij deze wapens kiezen
of slechts een deel der patronen in houders, ter bepetking van
het dood gewicht,
of alle patronen in houders tot behoud der éénvormige verpakking.
Kiest men het laatste, dan is men ten opzichte van het dood
gewicht nog in geen slechter conditie dan bij den uitsluitenden
meerlader, waarbij alle munitie in houders moet verpakt zijn. En
dan zou men, als dit verlangd werd, het geweer bij voortduring
volkomen op dezelfde wijze kunnen gebruiken, alsof het een uitslui
tende meerlader ware, door eenvoudig nimmer enkellading toe
te passen
Dan zou men dus de twee stelsels, voor wat het gebruik betreft,
als volgt kunnen vergelijken
bij den uitsluitenden meerlader behoeft de man slechts één wijze
van laden te leeren, maar kan hij zijn wapen dan ook slechts op
één wijze als magazijngeweer gebruiken;
bij den enkel-tevens meerlader moet de man twee verschillende
wijzen van laden leeren, beide trouwens eenvoudig genoeg; maar
hij kan zijn wapen dau naar verkiezing gebruiken of als enkellader,
of, desverlangd bij voortduring, als magazijngeweer; bovendien heeft
hij> gedurende de aanwending als enkellader, steeds een geheel gevuld
magazijn ter beschikking.
Kaar mijn meening is dan ook de keuze van het voor ons doel
matigste stelsel niet twijfelachtig. Het bezwaar, dat de man twee
eenvoudige wijzen van laden die van het magazijn en die vaD de
enkele patroonmoet aanleeren, kan toch in een leger van vrijwil
ligers niet gelden als een krachtig argument tegen een wapen, dat
voor ons groote tactische voordeelen aanbiedt.
En ook door hen, die zooals Fandio met mij verschillen bij de
appréciatie dier voordeelen, zal toch worden toegestemd, dat bij de
invoering van een nieuw geweer de tactische eischen den doorslag
moeten geven.
Als de Indische geweercommissie in Nederland indertijd, bij het