63 man bedragendoch destijds verzuimde het Engelsche Gouvernement hoewel de Inlandsche vorsten er voor waren te bepalen, dat dit aan tal nier. overschreden mocht worden. Een klein gedeelte dezer troepen kreeg nu een Engelsche organi satie, doch bij het gros dier afdeelingen bleef de oude toestand bestaan. Het oorlogsbudget werd verhoogd, doch de opnieuw geor ganiseerde troepenmassa's bleven nog steeds onder conti öle hunner vorsten, zonder dat er eenige maatregelen getroffen werden om zich te vergewissen van hunne bruikbaarheid. Ook werden de Engelsche officieren, die in den beginne met de oefening waren belast, onmid dellijk na het einde hunner taak teruggeroepen. Tevens beging men de grove fout deze Inlandsche troepen te plaatsen onder het oppertoe zicht van den Staatssecretaris van Britsch-Indië, in plaats onder dat van den opperbevelhebber der Britsch-Indische troepen, Sir Frcderik Roberts. Deze laatste bepaalde alleen, welke Engelsche officieren tijdelijk aan de Inlandsche troepenafdeelingen zouden toege voegd worden. Het ligt buiten het. bestek dezer studie te wijzen op de voorstel len, die van Britsche zijde gedaan zijn, om de gebreken uit den weg te ruimen, die de Britsch-Indische legerorganisatie aankleven. Wie hiervan meer weten wil, leze: „Our military Weakness in India" van C. B. Normans; wij echter bepalen er ons toe op eenige der meest in 't oog loopende gebreken te wijzen. Niet alleen dat de troepen der Onafhankelijke Staten geheel buiten controle der Regeering staan, maar zelfs is er geen sprake van een behoorlijk georganiseerden trein. Wel is de trein voor hpt le Britsche legerkorps voltallig en zijn bij het 2e korps de noodige voorbereidende maatregelen getroffen, dat de militaire autoriteiten ingeval van mobilisatie over de noodige kameelen, muildieren, ponies, ossen en voertuigen kunnen beschik ken, doch dit is geenszins voldoende, want daar op de militaire stations de noodige treinen ontbreken om steeds onmiddellijk mobiele colonnes aftezenden is het gros der Britsche troepen in Centraal en Zuidelijk-Indië bepaald immobiel, hoewel zij ten allen tijde ge roepen kunnen worden mobiel ontetreden. Ook ontbreekt in Indië een arsenaal voor handvuurwapenen, veld-en posit,iegeschut. In dit opzicht zijn de bezittingen geheel afhankelijk van het moe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 72