67 te Apozai: het 34e regiment Bengaalsche infauterie, het 29e regiment Bombay infanterie en een Bombay veldbatterij te Loralayhet 18e regiment Bengaalsche infanterie; te Gurnacar: een detachement Bombay cavalerie; te Khojakeen detachement Bombay sappeurs te Jacobabad: het 5e en 6e regiment Bombay cavalerie en een detachement Bombay intanterie te Haiderabadhet 30e regiment Bombay infanterie te Kurrachee: het 102e regiment Engelsche infanterie en het 27e regiment Bombay infanterie, twee Engelsche veldbattenjen, een Engelsche vestingbatterij en een detachement Bombay sappeurs. De linkervleugel der verdedigende stelling wordt gevormd door de versterkte positie van Quetta, die 85 mijlen van de groote wapen plaats Peschawar verwijderd is. De verdedigingswerken van Quetta liggen in het Noord-Westen aan den rand van het Pischinplateau en een vooruitgeschoven post aan den Ivadschakpas. Daar de Russen geen zware belegeringsvuurmonden kunnen medevoeren, houden de Engelschen de stelling van Quetta zelfs voor onneembaar, hoewel hierbij door hen vergeten wordt, dat de middelbare kalibers van het vestinggeschut tegenwoordig in staat zijn de bewegingen van het veldleger te volgen en daar tot nu toe deze kanonnen nooit op de linie van Quetta zijn beproefd, is het hoogst moeielijk hierin uitspraak te doen. De positie van Quetta beschikt over eene spoorwegverbinding naar Jacobabad. Deze lijn heeft tot Sibi dubbelspoor en is door den zijtak JacobabadSakkuhr met de Indusbaan verbonden. De spoorwegen, waarover bij de concentratie der Britsch-Indische troepen aan de grenzen beschikt kan worden, zijn in het Noorden de lijn LahorePeschawar, die circa 9 mijl ten Oosten van laatstgenoemde plaats over een ijzeren brug den Indus passeert en hier door het fort Attock wordt afgesloten; bij Rawul-Pindee gaat een zijtak naar Kuschalgarb en hier sluit de spoorweg zich aan aan den kunstweg naar Kohat en Thall. Verder zendt de lijn LahorePeschawar bij Lalla-Musan een zijtak naar Multan. Door militaire wegen en pontonbruggen over den Indus bij Kotla en Mahmud-Kot, staan de garnizoenen van Dera-Ismail- Khan en Dera-Ghari-Khau in verbinding met laatstgenoemden spoorweg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 76