KOET GESCHIEDKUNDIG OVERZICHT DER DRAAGBARE VUURWAPENS EN DE TEGENWOORDIGE BEWA PENING VAN EUROPA. Vervolg van blz, 514 van het tweede deel van den jaargany 1893). Italië. Nadat het Vetterligeweer Mod./7l getransformeerd was in het Marine Infanteriegeweer Mod.71/82, systeem Vetterli-Bertoldo, zijnde een repeteergeweer met magazijn voor patronen onder en langs den loop, werd ook het infanteriegeweer gewijzigd tot het Model 1871/87 systeem Vetterli-Vitalli (zie de plaat, gevoegd bij de 12e aflevering van den jaargang 1893.) Het magazijn kan 4 patronen bevatten. De sabelbajonet Mod./71 is bij de Afrikaansche troepen door een dolk vervangen. Verdere beschrijving van dit geweer is achterwege gelaten, aangezien Italië een nieuw geweer heeft aangenomen. De Schweizerische Militarische Blatter 1892 Januari zegt over dat geweer: „Veel is er nog niet bekend aangaande het Italiaansche geweer van 6.5 mM., het repeteermechanisme schijnt echter dat van Mannlicher te zijn met verbeteringen, zooals die aan het Duitsche geweer zijn aangebracht. Aanvangssnelheid 700 M., gewicht 3.72 K.G. De houders bevatten 5 patronen, aantal patronen 200 per man. De projectielen kunnen tot op 4000 M. nog een mensch dooden. De bewapening zal tot proef op groote schaal nog dit jaar plaats hebben. Oostenrijk Hongarije. Model 86/90 systeem Mannlicher. In 1886 werd een geweer aangenomen met een kaliber van 11 mM., systeem Mannlicher. In 1887 waren in de geweerfabrieken te Steijr

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 177