177 voort; alleen aan zeer enkele Amboneezen, die men met de Euro peanen gelijkstelde, is een Willemsorde toegekend. Inlanders bij de marine hebben ook eene enkele maal een ridderkruis kunnen ver werven, maar gewone Inlandsche militairen nooit, Toen ten vorigen jare de zaak hier ter sprake werd gebracht, er kende de Minister dat er veel voor te zeggen was, hen die dezelfde gevaren doorstaan, voor bijzondere daden van moed, beleid en trouw ook op gelijke wijze te beloonen. De Minister was bereid de vraag nader aan de orde te stellen. Maar de hoopvolle verwachting, daardoor opgewekt, is blijkens de thans ontvangen Memorie van Antwoord in rook vervlogen. Van 1858 tot 1876, zegt de Minister, zijn 31 1 Inlanders versierd met eene Medaille voor moed en trouw, en dus moeten wij voortgaan de wet op de Militaire Willemsorde op zijde te stellen? De Minister wil nu de zaak maar op de ik herhaal onwettige wijze doen voortduren, met een beroep op den Minister Alting Mees, die zijne meening, gegrond „op zijne bekendheid met de Inlandsche maat schappij, aldus uitsprak: „de voorgestelde afschaffing, zij moge theo retisch te verdedigen zijn, zou in de pracujk blijken ten nadeele van den Inlander te strekken." En voor die afschaffing bestaat nu zegt de tegenwoordige Minister— nog te minder grond, nu het gebruikelijk is geworden om in geval len van zeer bijzonderen aard ook aan Inlanders de Militaire Wil lemsorde te verleenen. Wat dit laatste betreft die gevallen zijn mij niet bekend. Zoude Minister niet willen opgeven, aan hoeveel Inlandsche militairen ik spreek niet van Amboneezen en ook niet van lulaudsche officieren, die om staatkundige redenen gedecoreerd worden de Willemsorde is toegekend Het advies van den Minister Mees was gegrond op diens „bekend heid met de Inlandsche maatschappij." Ik wensch voor niemand onder te doen in hoogachting voor dien staatsman; maar als ik de Indische loopbaan van den heer Mees naga, die zich nooit buiten Batavia bewoog, dan neem ik toch de vrijheid diens bekendheid met de Inlandsche maatschappij niet al te hoog te schatten. Zeker heeft de heer Alting Mees zich nooit onder Inlandsche soldaten bewogen! Dl. I, 1894. n

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 190