Allg. Mil. Zeitung. 187 Bij de veldartillerie zijn kapiteins van 1886 tot majoor bevorderd, terwijl reeds de helft van de luitenants van 1880 tot kapitein is benoemd. Eenige 2e luitenants van 1887 zijn in October 1893 tot len luit. bevorderd. Yan de vestingartillerie zijn de drie oudste kapiteins van 1886 in 1893 majoor geworden, terwijl eenige luitenants van 1883 na ruim tien jaren officiersdienst tot kapitein zijn gepromoveerd. Bij de genie eindelijk verkeert men in minder gunstige omstandigheden. De kapiteinspromotie van 1881 en een gedeelte van die van 1885 zijn majoor geworden, terwijl de luitenants van 1879 en sommigen van 1880 tot hoofdman zijn benoemd. De 2e luitenants hebben 8 9jarennoodig om le luitenant te worden. Fransclie en Duitsche discipline. Gedurende de laatste Keizermauoeuvres in Lotharingen, werd een soldaat, afkomstig uit de Rijnprovincie, die eene vergissing had begaan, daar over door zijn luitenant heftig onderhouden; uitdrukkingen als Sohweinpelz en andere meer dergelijke liefelijkheden werden hem toegevoegd en eindelijk kreeg hij een oorveeg bij wijze van afscheid. Onder dit alles bleef de man volkomen onbewogen en toen het onderhoud afgeloopen was, gaf hij op onberispelijke wijze het militair saluut, maakte hij correct rechtsomkeert en verwijderde hij zich met den door het reglement voor geschreven pas. Eenige boeren, die het geval op een afstand hadden aangezien, voegden den mishandelde toen hij voorbijkwam, op medelijdende wijze toe: „Arme jongen, de Eransche soldaten zouden zich zoo niet doen behandelen", waarop zij ten antwoord kregen: „Daarin zouden ze groot ongelijk heb ben, dat behoort nu eenmaal tot de discipline. Bovendien is de officier, die mij zoo ruw heeft behandeld, in den regel zeer goed en humaan voor ons en een goede dienstdoener." De correspondent van het Fransche dagblad „les Debats", die het geheele geval had bijgewoond en aangehoord, teekent daaromtrent het volgende aan Ik wil volstrekt de ruwe handelwijze van den driftigen luitenant niet vergoelijken en hoop van harte, dat dergelijke manieren tegenover onder geschikten in het Fransche leger nimmer burgerrecht zullen verkrijgen. Maar het „dat behoort nu eenmaal tot de discipline" van den armen geslagen en toch tevreden soldaat heeft mij in één woord verheven in de ooren geklonken en mij veel dieper getroffen dan de militaire maehts-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 200