ACHTERSTELLING, MISDEELING EN MISKENNING
VAN HET WAPEN DER ARTILLERIE
IN NEDERLANDSCH-INDIË. (1)
Mag men de courantenberichten van de laatste maanden gelooven,
dan staat het voor de deur dat Z. E. de Minister van Koloniën op
krachtige wijze het bezuinigingsmes zal zetten in een wapen, dat
toch reeds in de laatste jaren misdeeld en miskend is.
Laat ons hopen, dat aan Z. E. nog tijdig de oogen worden geopend,
voor hij er toe overgaat een wapen te knakken dat verheffing verdient.
En dit laatste verdient het wapen der artillerie in Indië, hetgeen een
enkele blik in de meest eenvoudige gegevens reeds kan toelichten.
Nemen wij daartoe het officiersboekje van 1893 (het laatste onder
ons bereik) ter hand, ten einde een vergelijkend beeld te schetsen
van de artillerieën in Nederland en in Nederlandsch-Indië. Laat
ons bij deze droge opsomming van enkele cijfers het woord richten
tot een kameraad van de Nederlandse he artillerie, die dadelijk zal
kunnen begrijpen, wat onderstaande cijfers beteekenen.
Bereden Artillerieën.
De Nederlandsche bereden artillerie telt 3 regimenten veld-en één
korps rijdende artillerie, te zamen (de treincompagniëen kunnen voor het
beoogde doel als batterijen gerekend worden) 3 X 8 -j- 3 27 batterijen.
De Indische artillerie telt 8 batterijen en 3 op zich zelf staande
sectiën, te zamen dus 9 batterijen.
De Nederlandsche bereden artillerie is dus driemaal sterker dan de
Indische. En ongerekend nu de batterijcommandanten en verdere
officieren, die rechtstreeks bij de batterijen zijn ingedeeld, heeft men in
Nederland:
(1) "Wij zullen de Redactie van de Militaire Spectator in Nederland verzoeken, dit
artikel ook in de kolommen van dat tijdschrift op te nemen.