INGEZONDEN. Een nader advies omtrent de wijziging van het Reglement der Officiersvereeniging tot ondersteuning van nagelaten betrekkingen. Daar ik vermeen te mogen aannemen, dat allen, die belangstellen in den bloei dezer nuttige vereeniging, kennis hebben genomen zoowel van de beide voorstellen van het bestuur, bedoeld in de aan de leden toegezonden gedrukte circulaire van 14 November 1898, No. 78, als van de verschillende artikelen, welke over deze aangelegenheid achtereenvolgens in het Militair Tijdschrift zijn verschenen, zal ik niet in herhaling treden van hetgeen daarbij is voorgesteld, doch mij alleen bepalen tot de conclusie, waartoe ik na aandachtige lezing dier schrifturen ben gekomen. Ten einde de deelname aan het fonds vooral voor de jongere officieren zooveel mogelijk aan te moedigen, moet naar mijne meening in de eerste plaats gebroken worden met het tot dusverre gehuldigde beginsel om de van elk lid maandelijks te heffen contributie afhankelijk te stellen van het aantal sterfgevallen, dat onder de leden heeft plaats gehad. Dat beginsel is niet populair; menigmaal heb ik, wanneer het aantal sterfgevallen gedurende eeue maand buitengewoon groot was geweest in vergelijking met vorige maanden, door hen die van een klein traktement moesten rondkomen, de verzuchting hooren slaken dat het deelgenootschap aan het officiersfonds op die wijze wel wat drukkend werd en dat zij er ernstig over dachten om het lidmaatschap op te zeggen, zij het dan ook met opoffering van de reeds betaalde contributiën. Om die reden zou ik de voorkeur geven aan eene vaste maande- lijksche contributie, naar reden van het traktement of pensioen, b.v. Du choc des opinions jaillit la vérité.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 281