308 cavalerie, waarbij de doorzoekingspatrouilles, marcheerde slechts 10 a 15 pas vooruit. Zonder moeielijkheden bereikte de colonne Pakan Kroeng Tjoet, waar de colonne Veerman nog aanwezig was, en waar tot 4 uur 10 min. v.m. gerust werd, zoodat beide colonnecommandanten nog het een en ander nader kouden regelen. Te Pakan Kroeng Tjoet verzocht de commandant der cavalerie vrij in zijne handelingen gelaten te worden wat betrof den veiligheids- en verkenningsdienstmet den colonnecommandant werd overeengekomen, dat zoolang geene berichten van de cavalerie inkwamen, doorgemarcheerd kon worden, waardoor het overbrengen van tal van nuttelooze berichten, als: „mets van den vijand gezien, kampong N.N. onbezet bevonden enz." vermeden en de kracht van de paarden gespaard zou worden. Nadrukkelijk was den cavaleristen op het hart gedrukt in het zijwaarts gelegen terrein flink door te marcheeren niet dan bij hooge noodzakelijkheid te galoppeeren; niet te paard te vuren, dan in geval van nood. Buiten Pakan Kroeng Tjoet gekomen, formeerde de cavalerie de voorhoede (1), zij was als volgt ingedeeld: spits: 1 gegradueerde en 3 ruiters, waarbij de commandant der cavalerie rechter- en linkerdoorzoekingspatrouille, ieder 1 gegradueerde en 3 ruiters 1 cavalerist verbindingsruiter tusschen spits en gros van de cavalerie; het gros der cavalerie; 1 cavalerist verbindingsruiter tusschen gros der cavalerie en infanterie- voorhoede eenige kleine patrouilles voor meer verwijderde terreinvoorwerpen, tot op een afstand van 1500 tot 2000 M. De karabijnen geladen over den voorboom van het zadel. Met het oog op de duisternis zwermden spits en doorzoekings patrouilles echter nog niet uit. (1) Wij geven deze indeeling nauwkeurig aan, om den kameraden van de andere wapens te doen zien, achter welke breedtestrook iedere colonne door cavalerie voor afgegaan, kan marcheeren, beveiligd tegen „een hevig en onverwacht vuur en plotse- lingen klewang aanval."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 321