De juiste gemiddelde leeftijd bij den aanvang van de Nederlandsch-
Indische officierscarrière op 23 jaar stellende, en rekening houdende
met de promotie van alle wapens en diensten van de laatste jaren,
dan zou men op zijn 55® levensjaar, en dat nog wel in militairen
dienst in de tropen doorgebracht wêer recht hebben op een jaar
verlof, wegens langdurig verblijf.
Bij de Infanterie zou men dan als Generaal, en bij de overige
wapens en diensten als Kolonel aannemende dat het wapen der
Cavalerie zich steeds mag verheugen met een Kolonel als Chef
met verlof kunnen gaan.
Juist bij het lezen van de nieuwe verlofsbepalingen, 2e alinea
2® artikel, rees bij mij de vraag: „Z,ou men die bepaling soms
in het leven hebben geroepen, om de zoo treurige promotie, nog wel
van een armee in de tropen, toch eenigszins te verbeteren"
Individueel- en salvo vuur.
Een onzer meest bekwame infanterieofficieren schrijft aan de Re
dactie van het Ind. Mil. Tijdschrift het volgende:
Met groote belangstelling heb ik de behandeling van het vraag
stuk „Individueel-of salvovuur" in het Ind. Mil. Tijdschrift gevolgd.
Dat ik de waarde van het juistheidsschot niet onderschat, kunt
ge opmaken uit de moeite, die ik mij getroost, om de manschappen,
die uit alle oorden van den archipel onder mijne bevelen komen en
na eenigen tijd weder verdwijnen, het schieten te leeren.
Meer gezamenlijke schietoefeningen dan thans in het Voorschrift
staan aangegeven, acht ik niet noodigwel is het echter wenschelijk,
dat bij deze oefeningen door de manschappen vuurdiscipline geleerd
wordt en de officieren zich in vuurleiding bekwamen. Dat vooral
aan de eerste nog veel te weinig aandacht wordt gehecht, moet ik
herhaaldelijk opmaken uit het feit, dat van elders komende manschap
oen de vizierklep dikwijls niet kunnen stellen en deze telkens ver
keerd gebruiken, een gebrek aan oefening, dat waarlijk niet aan de
talrijke overplaatsingen kan worden geweten.
366