368 De karaktervorming ran den Enropeeschen soldaat. In mijn opstel over de vuursnelheid der Nederlandsch-Indische Infanterie (Jaargaog 1894, No. 3) heb ik op bladzijde 207 meteen enkel woord over de karaktervorming gesproken en daarbij mijn gevoelen in algemeenen zin uitgedrukt, zonder eenig bepaald Leger- deel te bedoelen. Ofschoon ik in dit tijdschrift nog een artikel wensch te plaatsen over het karakter en daarna een ander over het karakter van ons Leger, waarin ik mijne overtuiging nader zal uiteen zetten, komt het mij nu toch wenschelijk voor om de uitdrukking: vniet in voldoende mate kunnende beschikken over vrijheid en geld moeten zij veel nalatenhetgeen zij anders icaarschijnlijk zouden doen en het ook aanziendat de Europeesche soldaat gesleurd wordt in eene levensrichtingdie in velerlei opzicht het dierlijke nabij komt. Deze staat van zaken oefent eene hoogst schadelijke werking uit op de po gingen, die men nog tot karaktervorming kan aanwendennader toe te lichten. Mijne meening is, dat de Europeesche soldaat sterk is blootgesteld aan het gevaar om tot onmatig drankgebruik te geraken. Ondanks de maatregelen, die achtereenvolgens genomen zijn om in dien toestand verbetering te brengen, is dat gevaar nog altijd aanwe zig en het is een feit, dat een mensch door den invloed van den sterken drank de rede verliest; wordt het overgeven aan onmatig drankgenot hem tot gewoonte, dan zal hij zich meer en meer gaan bewegen in eene levensrichting, die in velerlei opzicht te wenschen overlaat; de drank schudt „la béte humaine" wakker. Het zijn reeds bedorven kameraden of andere, buiten de kazerne aanwezige personen, die den soldaat tot drinken aanzetten en hem in die levensrichting voeren. Deze verklaring is dienende om de strekking mijner woorden in een helder licht te stellen en eene ver keerde opvatting te voorkomen of tegen te gaan. Behalve de cantine, waar ook veel gedronken werd, totdat het Legerbestuur dezer dagen den verkoop van drank in die in richting beperkte een maatregel die mij eerst na de inzending van mijn bovengenoemd stuk bekend werd heeft de soldaat buiten de kazerne slechts zeer weinige gelegenheden, waar hij zich in eene

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 381