DE FABRICAGE DER KURKEN HELMHOEDEN YOOR HET NEDERLANDSCH-INDISCHE LEGER. Toen men het er over eens was geworden dat het hoofddeksel voor den Nederlandsch-Indischen soldaat een helmhoed behoorde te zijn en ook omtrent het daarvoor vast te stellen model en de te bezigen grondstoffen tusschen het Ministerie van Koloniën in Nederland en de Indische autoriteiten van gedachte was gewisseld, meen de de toenmalige Minister van Koloniën het vraagstuk geheel opgelost te hebben door de aanschaffing en uitzending van eenen vilten helmhoed, die aanvankelijk te Brussellater in Nederland werd vervaardigd. Het bleek echter spoedig dat zoowel grondstof als model voor het doel ongeschikt waren, zoodat tot het Ministerie van Koloniën vertoogen werden gericht ten voordeele van een kurken helm, in hoofdzaak overeenkomende met den vrij algemeen in deze koloniën en o. a. ook bij het Engelsche koloniale leger in gebruik zijnden helmhoed. Op deze voorstellen ingaande werden enkele der meest bekende hoedenfabrikanten in Nederland aangezocht om, overeenkomstig de verstrekte aanwijzingen, een kurken helmhoed als model te vervaar digen en ter beoordeeling in te zenden, doch het schijnt dat deze fabrikanten, om welke redenen dan ook, de zaak niet in de hand wilden werken en men er daarom weder over ging denken zijne toevlucht te nemen tot de buitenlandsche (Engelsche) industrie. De heer E. van Weezenbeek te Kralingen een goed vaderlander en bekwaam werkman hoewel aanvankelijk niet van plan om als mededinger op te treden, meende thans het zijne te moeten doen, om vreemde concurrentie buiten te sluiten en het bewijs te moeten leve ren dat de Nederlandsche industrie wel degelijk bij machte was te produceeren wat i. c. verlangd werd. Zijne aanbiedingen en de daar-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 416