DE NIEUWE UNIFORM. N°. 21. NB. De teekeningen volgen, zoodra zij gereed zijnvermoedelijk omstreeks medio April. In naam van Hare Majesteit WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz., enz., enz. Wij EMMA, Koningiu-Weduwe, Regentes van het Koniukrij k, Op dé voordracht van den Minister van Koloniën, dd. 13 Februar 1894, litt. C, no. 59; Hebben goedgevonden en verstaan, met wijziging in zooverrevan de voorschriften betreffende de klee ding van het leger iu Nederlandscb-Indië, te bepaleu als volgt 1. De hoofd- en verdere officieren dragen, a. in groote tenue Atilla en pantalon van fijn gekeperd donker blauw laken, met kurken helmhoed, bekleed met laken van dezelfde kleur en voorzien van dekplaat met puntversiering, zijnde de beide eerstvermelde kleeding- stukken voorzien van Oranje-uitmonstering, de atilla met vergulde knoopen, voor de infanterie ponceau-roode uitmonstering, de atilla met verzilverde knoopen, voor de cavalerie, de militaire paardenartsen en de militaire apothekers ponceau-roode uitmonstering, de atilla met vergulde knoopen, voor de artillerie, de genie en de officieren van gezondheid en karmozijn-roode uitmonstering, de atilla met verzilverde knoopen, voor de militaire administratie; Artikel 1 17 FEBRUARI 1894. AFSCHRIFT.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 458