456
Inkoop van gamellen ten behoeve der Europeesche menages.
De kapitein Hamerster heeft zijne kameraden zeker ten zeerste
verplicht door in de 4e aflevering van dit Tijdschrift mede te deelen
op welke aardige, goedkoope en practische wijze hij voor de menage
van zijne compagnie aan het noodige aardewerk is gekomen.
De schrijver veroorlove mij echter eenige bedenkingen te berde te
brengen en een paar vragen te stellen.
Ik heb tot dusverre drie verschillende compagnieën gecommandeerd,
bij geen enkele waarvan evenwel eenstemmigheid in 't doen
wasschen der blikken door keukenkoelies heerschte. Verreweg het
gros zonderde voor dat minder eigenaardige werkje een paar centen
af, doch er waren er altijd verscheidenen, die dat geld uitspaarden
en zelf hun blik waschten. Bij de compagnie van kapitein Hamerster
lieten al de 150 mannen die bezigheid tegen eene vergoeding van
2 ets. daags aan de koelies over, bij die afdeeling dus kon de maat
regel zonder eenig bezwaar worden toegepast, doch bij de compa
gnieën, welker manschappen in dat opzicht verdeeld zijn, zal dat niet
gaan. Het zou toch moeielijk met de billijkheid te rijmen zijn, om
van het geld van degenen, die hunne blikken laten wasschen, gamellen
aan te schaffen en de anderen, die de penningen in hun zak houden,
daaruit te laten mede eten. Ook kan er geen sprake van zijn, om
den inleg van allen met een paar centen daags te verhoogen en van het
daardoor ontvangen grooter bedrag, bordeu enz. te koopen, want zoo
doende zou een geheel vrijwillige handeling (d.w.z. het doen wasschen
der blikken door koelies) in een gedwongen fraaiigheid veranderen
en daardoor de toch al niet groote soldij van degenen, die uit zui
nigheid zelf hun vaatwerk reinigen en hun inkomentje om de eene of
andere reden geheel noodig hebben, met de voor een soldaat aan
zienlijke som van tien cents verminderd worden.
Toch zou ik zoo gaarne ook bij mijne compagnie het goede voor
beeld van kapitein Hamerster volgen, jammer alleen, dat mijne man
schappen niet zoo eensgezind denken als de zijne. Kan de heer
Hamerster mij tot eene oplossing brengen, voorwaar ik zou er hem
dankbaar voor zijn of weet misschien een andere compagniescom
mandant mij op den weg te helpen? Zoo ja, hij make van ons Tijd-