V .A. IR I Keukenkoelies en ketelwasschen. Bij een sterke Inl. compagnie 180 man) waren officieel 3 keuken koelies op een loon van 7.50 's maands werkzaam. Deze koelies waschten tevens de eetketels en genoten daarvoor 5 cent per 5 dagen van elk man, zoodat iedere koelie ongeveer 25. per maand inkomen en natuurlijk vrije voeding had. Buiten voorkennis van den compagniescommandant hadden de heeren onderling een 4e koelie gehuurd die zooals te begrijpen is, het zwaarste werk deed en daarvoor slechts een matig loon ontving. Een nieuw optredende compagniescommandant verbood de aanwezig heid in de keuken van dien 4en koelie; met het gevolg, dat den anderen morgen de overigen mankeerden. Zij werden dadelijk door manschappen vervangen, terwijl alle moeite werd gedaan om andere keukenkoelies aan te nemen. Deze pogingen waren evenwel te vergeefseen enkele vreemde koelie werd wel gevonden, doch de keukenkoelies in het garnizoen vorm den klaarblijkelijk een soort gilde, dat het den nieuw aangenomenen lastig maakte, zoodat die onmiddellijk weer ontslag namen. Daar de koeliediensten in de keuken niet langer door soldaten moch ten worden verricht, was de compagniescommandant verplicht de weg- geloopen koelies weer in dienst te nemen en toe te staan dat ook de 4e koelie weer terugkwam. Hij bepaalde toen dat de 4 koelies allen door hem zouden worden betaald en dat zij de eetketels wasschen en het keu kenwerk verrichten zouden, zooals dat te voren steeds was geschied. In plaats van 5 cent per 5 dagen behoefden de manschappen nu slechts 5 cent per maand te betalen. Oppervlakkig zou men zeggen dat de soldaat met dezen maatregel zeer ingenomen moest zijn; alles was zooals te voren en hij behoefde 25 cent per maand minder te betalen. In het begin ging het dan ook goed, doch langzamerhand deden zich bezwaren voor, vermoedelijk op aanstoken van de koelies; na eenige dagen wilde de een zijn eetketel zelf wasschen, een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 474