OFFICIERSVEREENIGING TOT ONDERLINGE ONDERSTEU
NING YAN NAGELATEN RETREKKINGEV.
Bij de lezing van dit opstel zal het den meesten leden der Ver-
eeniging wel reeds bekend zijn, dat in de Algemeene Vergadering
van den 30sten April beslist werd tot de aanneming van het „eerste"
der beide den leden in November 1893 door het bestuur aangeboden
voorstellen„Billijke contributieregeling, met behoud van het be
ginsel, dat geen kapitaal wordt gevormd, doch slechts contributie
„wordt geïnd, voor zoover er uitkeeringen moeten worden gedaan."
Vooraf werd door den voorzitter aan de Vergadering bekend ge
maakt, dat op genoemd voorstel ruim 300 stemmen (de juiste getallen
zijn mij ontschoten) waren uitgebracht, dat het tweedevoorstel
(dat met kapitaalvorming) slechts zeer weinig voorstanders telde, een
40 tal leden zich voor behoud van de bestaande regeling verklaarde
en ruim 100 stemmen waren uitgebracht op het voorstel „Contributie
naar vermogen," dat door mij als lid van de Commissie van regle
mentsherziening was overgelegd, doch voor aanbieding aan de leden
krachtens een besluit van het bestuur niet in aanmerking kwam.
Let men alleen op het feit, dat onze Vereeniging 1300 leden
telt, dan zou die stemming in eene zoo hoogst belangrijke aange
legenheid ons tot het besluit brengen, dat de Vereeniging zich niet
mag verheugen in een krachtig levenSlechts ongeveer 500 stem
men werden uitgebracht en niet meer dan ruim 300 leden verklaarden
zich voor de regeling die op 1 Januari 1895 zal moeten worden
ingevoerd. Ik wil nu niet minutieus zoeken naar de reden van die
overgroote matheid, ik wensch slechts te constateeren, dat de stem
ming geheel anders zoude zijn uitgevallen, indien ook het voorstel
„Contributie naar vermogen" eene officieele aanbieding door het be
stuur ware waardig gekeurd, dat namelijk het getal voorstanders
van de algemeene strekking van dat voorstel ongetwijfeld veel grooter