MILITAIRE RECHTSPRAAK. Art. 20, 22 en 110 Regl. Inwdienst Infanterie Een soldaat den dienst verrichtende van eenen korporaal. Insubordinatie. Personen tegen wie insubordinatie kan worden gepleegd? Sententie Definitief. In de zaak, hangende voor het Hoog-Militair-Gerechtshof van Ne- derlandach-Indië tusschen Johannes Bourgonjen, algemeen stamboek No. 14411, oud 30 jaren, geboren te Deventer (Overijsel), laatstelijk dienende als Europeesch fuselier van de 2e (subsistenten) compagnie van het garnizoensbataljon van Palembang te Palembang, appellant, en den Advocaat-Fiscaal voor de Land- en Zeemacht in Nederlandsch- Indië, R. O. geappelleerde; Het Hoog-Militair-Gerechtshof van Nederlandsch-Indië Gezien het vonnis van eenen daartoe, benoemden krijgsraad te Palembang tegen den in hoofde dezer genoemden beklaagde gewezen en uitgesproken op den 16en April 1892, waarbij hij is schuldig ver klaard aan „insubordinatie door woorden en door gebaren" en over- zulks veroordeeld tot de straf van vier maanden militaire detentie en met verwijzing vam hem in de kosten en misen der justitie mitsga ders in die van den processe Gelezen enz. Nog gelezen de door den geappelleerde R. O. op den 17en Mei 1892 gediende schriftuur van antwoord in appèl, waarbij wordt geconcludeerd, dat het Hoog-Militair-Gerechtshof, met tenietdoening van het appèl, het vonnis zal bekrachtigen en den beklaagde zal verwijzen in de kosten der appellatoire instantie;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 556