103 ook in de tropen veel met bergartillerie werken wat beters hebben. Vandaar dat ik het hoognoodig en tevens voor de hand liggend vind, om bij het Engelsch-Indische leger in de leer te gaan. In afwachting dat men kant en klaar een bevredigende bepakkings- wijze, voor ons materieel passend, kan overnemen, wil ik mij veroorloven globaal na te gaan in welke richting verbetering ware te zoeken. De momenten opgenoemd hebbende die, volgens mijn meening, oor zaak zijn der drukkingen, is het rationeel dat ik onderzoek welke daarvan geëlimineerd kunnen worden. Bewijst iemand mij dat ik de plank missla, dat de oorzaken der drukkingen elders liggen, dan maak ik gaarne amende honorable en zal dan ook erkennen dat men elders verbetering moet zoeken. Ik noemde als oorzaken (predisponeerende zoowel als direkt-aetio- logische) de dichte beharing, de vuile huid, broeiing door vele lagen wollen stof, kleine draagvlakte der stegen vergeleken bjj den omvang van den last (beweeglijkheid dus), zware last, tropische warmte, klim men en dalen, sawahterrein (zwoegen). De dichte beharing heeft verschillende nadeelenzij verhit de huid, bemoeielijkt de reiniging, bevordert het zweeten en de korstvor- ming, ja vorming van korsten zóó hard dat deze als de oorzaken van het nu en dan voorkomend gangreen (versterf) der huid moeten worden aangezien. Maar bovendien worden door een beweeglijken last (l) de haren verschoven; bij iedere beweging, bij iederen tred wordt er met groote kracht aan die haren getrokken. Dat dit een belangrijke irritatie teweegbrengt op de haarwortels spreekt van zelf. Kan men die haren verwijderen of aanzienlijk inkorten dan zullen de haarwortels veel minder worden geprikkeld, die eeuwig durende, mechanische irritatie zal, zoo al niet worden weggenomen, dan toch sterk worden verminderd. Bovendien als er geen haren zijn, kunnen zij niet met stof en zweet koeken vormen, die steen hard worden en ouder den zwaren druk van boven hevig kwetsen. Om al die redenen ligt het nut van het scheren der ruggen voor de hand en het resultaat zal te grooter zijn, naar mate men de huid (X) En hij is beweeglijk. Kijkt er maar eena naar, gij die niet zelf met bergartillerie werkt, wanneer een dragende batterij voorbij komt, hoe alles heen en weer wiegelt en schommelt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 116