108 stijgen vooral, de sterk slingerende beweging van hoofd en hals te matigen of te onderdrukken, waarvan veel minder schommeling van den last het gevolg was, maar die sterk slingerende hoofd- en hals beweging is juist van het grootste gewicht om de taak der muil dieren bij stijgen en zwaar trekken te verlichten door verlegging van het zwaartepunt naar voren, beneden en op zijde. Gaat men dit tegen, dan verzwaart men den arbeid der dieren buitensporig. Het ligt overigens niet op den weg van een paardenarts, van wien men over het algemeen maar liefst ziet dat hij zijn werkkring be paalt tot het behandelen der zieke dieren welke men hem toevoert, om zich in bijzonderheden te verdiepen in quaesties van harnachement. Niettemin heb ik mij veroorloofd in algemeenen zin mijn gedachten te uiten, aangaande mogelijke verbeteringen. Aan anderen om, daar toe gemachtigd en in staat gesteld door het hoogste gezag, er vasten en concreten vorm aan te geven. De toestand is nu zoodanig dat de bergbatterijen hare roeping, om materieel gedragen te vervoeren, met naar behooren kunnen vervullen. Door aan opmerkingen, cri- tiek, beschouwingen daarover het zwijgen op te leggen, komt men natuurlijk geen stap verder; integendeel gelijk ik herhaaldelijk op merkte, is gemis aan openhartigheid, aan bloot leggen van den werke- lijken toestand, de oorzaak dat na 10 jaren gebruik van bergartillerie met muildieren in het Indische leger deze nog van zulk een ge brekkige bepakkingswijze is voorzien, dat geregeld en noemenswaar dig dragen in weinige dagen de helft, in enkele weken al de be spanningen buiten gevecht stelt. De laatstgenoemde predisponeerende momenten der drukkingeu n. m. zware last, tropische warmte, klimmen en dalen, zwoegen in sawahs, moeten we eenvoudig aanvaarden. Steeds zal op een weeken bodem de taak der muildieren buitengewoon zwaar blijven, ze zijn er met voor geschapen en kunnen er ook niet voor geschikt gemaakt worden. Waar het louter oefening geldt, houde men dit wel in het oog. J. van de Yelde.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 121