115 „Militair Weduwen- en Weezenfonds de belangen der aan hare zorgen „toevertrouwde instelling en der contribuanten, toen zij aandrongen op „het nemen van maatregelen, strekkende tot het doen toenemen van „'s fonds kapitaal. Vooral in het niet toegeven aan dien drang moet, „mijns inziens, de oorzaak gezocht worden van de zedelijke verant woordelijkheid, die de Regeering later, wanneer de contributiën te „drukkend worden, zal noodzaken bij te springen." Hoe werd nu, door de directie, op het nemen van maatregelen, strekkende tot het doen toenemen van 's fonds kapitaal aangedrongen Reeds in 1864, bij het aanbieden der balans over 1863, gaf de directie in overweging om, niettegenstaande de overwinsten (het saldo in kas) over het laatste jaar, volgens de voorschriften, vervat in het besluit van 1 Januari 1862 N°. 9, eene reductie der contributie tot op 2°/o zou hebben toegelaten, de contributie over 1865, te blijven handhaven op 3% en de Indische Regeering besliste, in dien zin. Toen de Minister van Koloniën van die afwijking der bestaande bepalingen kennis kreeg, meende hij dat ze in verband stond met een bijna terzelfder tijd gedaan voorstel, om de bijdrage van twee maanden verschil tusschen het vorige en het verhoogde traktement, bij bevor dering of verhooging van traktement, terug te brengen op eene bijdrage van slechts eene maand. Het gevolg daarvan was, dat niet alleen het voorstel tot vermindering der bedoelde bijdrage niet aan 's Konings goedkeuring werd onderworpen, maar dat ook bij eene Ministerieele depêche eene strikte opvolging der bestaande bepalingen werd voor geschreven. Afgeschrikt door dien ongunstigen uitslag van haar pogen, waagde de directie het dan ook niet, bij het aanbieden der balans van 1864 nogmaals voor te stellen, van de bepalingen van 1862 af te wijken. Zij stelde voor, de contributie voor 1866 te brengen op 2%, zulks echter met de opmerking, dat de toename van den post voor pensioenen en gratificatiën gedurende 1864 geene gunstige verhouding deed verwachten, en dat nieuwe credietinstellingen het in Indië beschik bare kapitaal vermeerderden, zoodat het te bedingen rentecijfer wel licht zou verminderen. Wat de directie toen niet deed, werd met afwijking van haar voorstel gedaan door den Directeur van Finan ciën en goedgekeurd door de Indische Regeering. Die Directeur

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 128