116 achtte het terugbrengen der contributie over 1866 tot op 2% onver antwoord, en gaf in overweging, de gewone contributiën, ook al mocht de uitkomst over eenig jaar eene vermindering toelaten, nog jaren lang niet minder te stellen dan op 3% en de Indische Regeering gaf hieraan gehoor. Niet echter, zonder de ontevredenheid op te wekken van het Opperbestuur. Er volgde toch een schrijven van den Minister, waarin de vaststelling der contributie over dat jaar op 3% werd afgekeurd, en bevolen haar, te rekenen van den l6n Juli, alsnog te brengen op 2°/o gelijk in Nederland zou plaats hebben, te rekenen van den len April 1866. De balans over 1866 sloot met een voordeelig saldo van bijna f 11.200, maar zou, wanneer over het geheele jaar 1866 slechts 2%. was geheven, hebben opgeleverd een nadeelig saldo van f 16.000. Daarin vond de directie aanleiding om in overweging te geven, de gewone contributie, die voor 1867 reeds was vastgesteld op 2%, ten minste voor 1868 weder te brengen op 3°/„. De Regeering opperde hiertegen geen bezwaar, wel echter, toen de zaak ter zijner kennis kwam, het Opperbestuur in Nederland. 1866 had een voor deelig saldo opgeleverd, of dit alleen was toe te schrijven aan de heffing van 3% over een gedeelte van dat jaar deed niets ter zake. "Weder volgde eene afkeuring, omdat de contributie over 1868 niet ingevolge het besluit van 1862 was gebracht op 2°/0. Toch zou, ware dit geschied, 1868 een nadeelig saldo hebben opgeleverd van 40.239, terwijl het vaststellen der contributie op 3% tengevolge had, dat er een overschot was van f 26.055. Intusschen begon de directie van het fonds de toekomst steeds donkerder in te zien, en dat bewoog haar in 1870, bij het aanbieden der balans over 1869, niettegenstaande die bij eene contributie van 3°/o wees op een batig saldo van ruim f 25.000, in overweging te geven, de contributie voor 1871 te brengen op 4%. Desniette genstaande werd ze gesteld op 3%. Waarom? Daaromtrent gaf het betrekkelijke besluit geene inlichting. Toch meende de directie ook voor 1872 op hetzelfde aambeeld te moeten hameren. Bij het aanbieden der balans over 1870, die sloot met een voordeelig saldo van ruim f 39.700, werd nogmaals voorgesteld, de contributie te bren-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 129