124 tusschen Tahoué en Danou 28 Meter, de diepte 8 Meter. In den benedenloop tot Porto-Novo bedragen breedte en diepte respectieve lijk 100 en 7 Meter. Bij laatstgenoemde plaats verbreedt zij zich in den vorm eener lagune, draagt hier den naam Offa, stroomt vervolgens over een lengte van 100 Kilometer in Oostelijke richting evenwijdig met de kust en valt bij Lagos in zee. Tusschen Porto-Novo en Kotonu ligt het 35 KM. lange en 28 KM. breede Denham meer, dat met de lagune van Porto-Novo door twee bevaarbare kanalen verbonden is. Vroeger stond het door het kanaal van Kotonu ook in directe gemeenschap met de zee, doch tegenwoordig wordt het kanaal aan de monding door een duin afge sloten, zoodat men van uit zee alleen over Lagos per scheepsgelegen heid naar Porto-Novo, het Denham meer en de Ueme bereiken kan. Noordwaarts der lagunenketen is het terrein over een breedte van verscheidene Kilometers begroeid met hoog opgaand gras en struik gewas, daarna volgt een bijna ondoordringbaar palmenbosch, dat slechts door enkele voetpaden wordt doorsneden. Het klimaat is tropisch; de gemiddelde temperatuur is 25° Réaumur; de atmosfeer is er zeer vochtig en werkt verslappend op Europeanen. Van af Februari tot Mei waaien er hevige stormen (tornados) en valt er veel regen, daarna heerscht tot half Juli een koele Wes tenwind zonder regen en nu volgt tot 't laatst van September de eigenlijke regenperiode. Zij is het voor Europeanen meest ongunstige jaargetijde. De volgende maanden tot Januari zijn regenloos, doch zeer nevelachtig. In dien tijd waait er 's morgens de land- en s' middags de zeewind. De bevolking van Dahomey, 250000 zielen, behoort tot het negerras. De mannen zijn groot en gespierd, de vrouwen slank. Het volk is oorlogzuchtig en eerlijk in het handelsverkeer met. Europeanen. De godsdienst is het fetischisme. Niettegenstaande de veelwijverij is het familieleven goed ontwikkeld, de heerschende slavernij is niet drukkend. Het volk wordt door een Koning geregeerd, die niet alleen beschikt over alle have zijner onderdanen, maar tevens onbeperkt gebieder is over leven en dood. De woningen zijn leemen hutten, gedekt door daken van stroo; alleen de Koningspaleizen zijn van steen. De hoofdstad Abome, op 100 KM. van de kust, heeft 20000 inwoners; de aan de kust

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 137