126
bezetting versterkt tot 1200 man. Toen Koning Behanzin in het
begin van April 1890 met zijn leger naar het binnenland was terug
gekeerd en de uit Whydah als gijzelaars meegevoerde Franschen
na welwillende behandeling had vrijgelaten, meenden de Pranschen,
dat het oogenblik gekomen was, opnieuw onderhandelingen aan te
knoopen. Pater Dorgère, die hiermede werd belast, kweet zich zeer
goed van zijne taak. Koning Behanzin erkende de inbezitname van
Kotonu door Frankrijk en het beschermheerschap over Porto-Novo; echter
verviel het recht van bezetting te Whydah en tevens nam de Pransche
Republiek de verplichting op zich jaarlijks 20000 francs schadevergoe
ding te betalen. Dit verdrag werd den 3en October 1890 te Whydah
onderteekend.
Doch in 1892 begon Behanzin het oude spel, lette niet op het
gesloten verdrag, deed tusschen 26 Maart en 5 April herhaalde inval
len in het gebied van Porto-Novo en ontzag zich zelfs niet, uit Whydah
Europeanen als gijzelaars mede te voeren. Het Pransche Gouver
nement besloot nu om een expeditie tegen Dahomey te ondernemen.
Dahomey's strijdkrachten.
In vredestijd bestond het Dahomeyaansche leger uit 14 regimenten
voetvolk, circa 3000 man, en de vrouwelijke lijfwacht des Konings
(1500 amazonen). De heffing geschiedde met geweld. In den beginne
werden de recruten lichamelijk goed ontwikkeld en daarna volgde
de militaire vorming, die er op uit was kracht, energie en doodsver
achting aan te kweeken.
In tijden van oorlog werden alle weerbare mannen opgeroepen,
waardoor het staande leger 20000 man sterk werd. De Koning was
Opperbevelhebber en benoemde de aanvoerders.
De soldaten waren te Abome en omliggende plaatsen in garnizoen,
de amazonen in de koningshuizen der verschillende residenties. Tot
1892 waren de geregelde troepen bewapend met vuursteengeweren,
waarmee men tot op 80 Meter een juist schot kou afgeven. Ieder
soldaat voerde in de patroontasch de kruitlading en losse projectielen
(kogels, steenen, stukken metaal) mede. Bovendien droeg hij een
breed mes en een houten aan 't uiteinde sterk gebogen knuppel
(aglopo). Een deel der geregelde en alle ongeregelde troepen waren