182 te hebben, namen de Franschen deze versterkingen en leden hierbij groote verliezen. Yan 14 tot 22 October bleef kolonel Dodds in de veroverde stelling, om de komst van versterkingen af te wachten. Bijna dagelijks viel de vijand met overmachtige strijdkrachten het Fransche legerkamp aan. Bovendien leed men er gebrek aan drink water, daar de landstreek geen water bezat en het gedurende gerui- men tijd niet had geregend. Er waren dan ook vele zieken en de dragers werden onwillig. Eindelijk kwamen den 24en October de zoozeer verlangde versterkingen. Den 26en ging men op marsch en nam nog dienzelfden dag stormenderhand twee vijandelijke verster kingen. Den 27en kwam de colonne voor de werken, die aangelegd waren tot dekking van Kana. Bij Kotapa waren 2 door palissadee ringen verdedigde aarden schansen, die met 5 Kruppkanonnen en enkele mitrailleuses waren bewapend. Na het vijandelijk geschut gedemonteerd te hebben, werd de stelling door de Franschen geno men. Yerlies aan Fransche zijde op 26 en 27 October: 10 dooden, 74 gewonden. Den 31en October betrok kolonel Dodds een bivouak op 1 K.M. ten Oosten van Kana. Hij bleef er tot 1 November; den 2en rukte de colonne verder en veroverde op den vijand een verschansing bij Kana. Den 3en, om 5 uur in den morgen, werden de Franschen aangevallen door de vereenigde Dahomeysche strijdkrachteudoch deze aanval werd afgeslagen. De vijand, die in de jongste gevech ten vele verliezen had geleden en wiens sterkte nog circa 2000 a 3000 man kon bedragen, bood langzamerhand minder tegenstand; hij verdedigde nog wel enkele stellingen bij Kana, doch moest ten slotte de „Heilige Stad" ontruimen, die den 6en November door kolo nel Dodds bezet werd. De gevechten der laatste dagen bezorgden den Franschen een ver lies van 20 dooden en 105 gewonden. Hun totaal verlies van af het begin der expeditie tot de inname van Kana bedroeg 73 dooden waaronder 12 officieren en 360 gewonden waaronder 21 officieren. Kolonel Dodds, inmiddels tot generaal bevorderd, trok den 8en van Kana naar Abome, na van te voren eerstgenoemde stad tot den grond verwoest te hebben. Yolgens ingekomen berichten werd Abome door een wel is waar klein, doch fanatiek leger verdedigd. Daar de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 145