HIPPARCHIKUS OF OVER DE VERPLICHTINGEN VAX EEN RUITEROVERSTE. De eerste geschriften over rijkunst, die van oudsher tot ons zijn gekomen, zijn afkomstig van den Gfriekschen prozaïker Xenophon, en bestaan uit twee verhandelingen, n. 1eene onder bovenaangegeven titel, de andere onder den titel „Over de rijkunst". Zij zijn echter zonder eene inleiding niet te lezen, althans onduidelijk, en voor menigeen slecht te begrijpenhet is mij dan ook noodig gebleken het ondervolgende als inleiding te doen voorafgaan. De twee geschriften onder bovengenoemde titels behooren tot het geheel van Xenophon's werken en vormen een wezenlijk deel van zijne z. g. kleinere geschriften. Behalve dit zijn ze van niet te ont kennen belang, niet alleen uit een antiquarisch en philologisch oogpunt, doch ook uit een zakelijk oogpunt voor de vakkundige mannen van alle tijden, daar zij de oudste geschriften over rijkunst zijn, die uit den nacht der tijden tot ons zijn gekomen. Wat verder de zich wederkeerig aanvullende verhandelingen over „den ruiteroverste" en over „de rijkunst" betreft, zoo is men het er in het algemeen over eens, dat zij geschreven zijn uit dankbaarheid voor de intrekking zijner verbanning in het jaar 369 v. Christus, alsmede tot nut en stichting van zijn vaderland, dat in- en uitwendig zeer in verval was geraakt. Dat n. 1. het boek van den ruiteroverste opgedragen zoude zijn aan eene tijdens Xenophon tot die betrekking benoemde persoonlijkheid, is eene dwaling. Zooveel te meer echter ben ik geneigd aan te nemen, dat het is gewijd aan Eubulus van Anaphlystus, door wiens toedoen Xenophon in 399 v. Chr. werd verbannen, doch ook dertig jaren later in 369 weder werd teruggeroepen; of aan zijn zoon Gryllus, die met zijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 150