138 de paardenteelt en voor de oefening van cavalerie minder geschikt zoude zijn, is slechts gedeeltelijk waarwant niet alleen vond men in het Noorden uitgestrekte vlakten, ook de vlakte van Marathon was voor de ruiterij eene zeer geschikte oefeningsplaats. Niet onwaar schijnlijk is evenzoo de overlevering volgens welke Tetrapolis (vier stad) hoofdzakelijk daarom sedert overoude tijden door Ioniërs is bewoond geweest, omdat dezen onder alle bewoners van Attika werden aangezien als het meest uit te komen door geslachtsadel en ondervin ding in den oorlog. Zooveel is in ieder geval zeker, dat ook bij de Grieken van oudsher de ridderschap met den adel en de hoogste afkomst in het nauwste verband stond. Het houden van paarden was daarom eene bijzondere onderscheiding voor de meest gegoeden, en de heerschappij der Optimaten, die in de meeste Grieksche staten op het koningschap volgde, had hare hoofdkracht in de ruiterij. Zoo kwam het dan ook, dat de naam ridder zijne militaire beteekenis geheel verloor en diende om hoogen stand en waardigheid aan te duiden. Om te bewijzen, dat het ook in Athene, waar men zich de heer schappij van den adel zoo lang liet welgevallen, niet anders was, heeft men wel is waar geen zekere gegevens, maar de staatsinrich ting zooals Solon die gemaakt heeft (594 v. Chr.) is wel het duidelijk ste bewijs daarvoor. In plaats van uit die staatsinstellingen de ge volgtrekking te maken dat Athene eerst toen zijne ridders moet hebben gekregen, is er veeleer eene misbruiking van een overouden naam in te herkennen, want ook de benamingen der overige klassen zijn niet van het krijgswezen afkomstig, en schijnt het in de bedoeling van Solon gelegen te hebben, den krijgsdienst geheel op nieuw te vormen. Als het hem voornamelijk om heffingen voor het krijgswezen te doen geweest ware, zoo zoude hij zeker de rijkste burgers voor den rui- terdienst bestemd hebben, en niet de daarop volgende volksklasse. Vermoedelijk wilde Solon niet alles veranderen, dan wel de oude staatsinstellingen met de nieuwe elementen op verstandige wijze in verband brengen. Daarom plaatste hij in de eerste klasse (die hij naar evenredigheid van haar vermogen Pentakosiomedinnen noemde) de rijksten van ieder geslacht, opdat voortaan niemand, al ware hlJ van de laagste geboorte, doch in rijkdom gelijk aan den hoogsten in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 153