140
omdat: de leden door hun vermogen in staat waren desnoods een
paard te houden, zoo is er toch een groot onderscheid in de uitdruk
kingen een paard houden en te paard dienenen steeds blijft het
een feit, wat bij de geheeie quaestie de hoofdzaak is, dat de 26 klasse
noch tot den ruiterdienst alleen verplicht noch alleen daartoe gerech
tigd was, en dat ridderklasse en ruiterij in het geheel niet hetzelfde
waren.
"Vooreerst nu weten wij, dat de ruiters volgens Phylen of stammen
geworven werden, en daar deze (stammen) steeds 12 naukrariën
vormden, zoo hadden zij volgens Pollux in de vroegste tijden ieder
24 man te leveren.
Deze indeeling in Phylen behield Solon, zoodat het verschil in
klassen, door hem ingevoerd, daarin geen verandering schijnt gebracht
te hebben, en ook volgens de nieuwe indeeling van Klisthenes (510
v. Chr.) volgden de Atheners bij de lichting der ruiterij denzelfden
regel, in zooverre dat de naukrariën in nauwlijks merkbaar ver
anderd aantal bleven en de ruiterij steeds naar het aantal stammen
in 10 Phylen (ongeveer eskadrons) werd ingedeeld.
Bij de keuze der ruiters kwamen hoofdzakelijk in iederen stam de
rijksten het eerst aan de beurt, omdat dezen in staat waren, de aan
het wapen verbonden onkosten te betalen; daar echter iedere stam
evenveel ruiters leveren moest, doch in alle stammen niet evenveel
rijken gevonden werden, zoo was het niet noodig, dat allen, die in
de lijst voor de ruiterij ingeschreven werden, ook tot dezelfde klasse
van vermogenden behoorden. En wanneer bij voorkeur een bepaald
vermogen voor dezen tak van dienst gevorderd werd, zoo verlieze
men toch niet uit het oog, dat den burgers der 2e klasse kon worden
opgelegd, hetgeen die der 1® opbrengen moesten, wanneer de belan
gen van den dienst zulks vorderden.
In Athene stonden ridderklassen en ruiterij openbaar in geene
nadere verhouding tot elkander, zooals dit wel in Rome in de latere
tijden der Republiek het geval was. De ruiters werden niet uit
sluitend uit de ridderklasse geworven, en evenmin was alleen deze
klasse tot den ruiterdienst gerechtigd of verplicht.
Maar dit onderscheid schijnt langzamerhand ook in de taal over
gegaan te zijn; te paard dienen heette: rijden of ruiter zijndaaren-