151 vlijtige oefening, deels door hen te herinneren aan de eischen hun door den staat gesteld, rechtens de aan hen bestede kosten en aan van tijd tot tijd af te leggen examens. Zorg voor de geschiktheid in het werpen met de speer en vooral voor nette uitrusting door de Phy- larchen. Bevordering der discipline door theorethisch onderricht en door practische opvolging. Dat alles het beste bereikt wordt door het voorgaan door den ruiteroverste en door het uitloven van prijzen. Doelmatigste opstelling zoowel voor feestelijke optochten, als voor het ge vecht en voor de marschen. Hiertoe zorgvuldige keuze der rotaanvoer- ders en rotsluiters, die ook het best de bevelen aannemen en voor de orde in de gelederen zorgen. Regels tot de doelmatigste opstelling en tot de schoonste manoeuvres, zoowel bij feestelijke optochten als bij monsteringen voor den Raad. Aanwijzingen voor de marschen. Het sparen van ruiter en paard met de noodige voorzorgen voor alle gevallen. Marschorde op smalle en breede wegen en in het open veld, daarbij beveiliging door voorposten en verkenningen, zoowel als door bedachtzaam handelen. Hoofdvereischte voor den aan voerder is zekere bekendheid met het terrein, zoowel door eigen aanschouwing als door goedgekozen spionnen, echter onder voortdu rende inachtneming van alle zekerheidsmaatregelen. Voorzichtigheid bij het uitdeelen der korpsbevelen als bij het uitzetten der voor posten. Raad, zich nooit met een sterkeren vijand in te laten hem zoo mogelijk in zijne zwakste zijde te tasten en vooral, als het slechts mogelijk is, te verrassen, zich daarbij echter niet slechts van de spionnen te bedienen, doch zelf onbeschermde gedeelten waar te nemen en daarbij de eigen sterkte zoo mogelijk verborgen te houden, naar het voorbeeld der wolven bij een aanval op eene kudde. Bijzondere aanwijzingen om den vijand te verschalken. Daartoe be- hooren vooral terreinkennis en de kunst zich dan eens zwakker, dan eens sterker voor te doen dan men is, zoowel als te weten wat men van ruiter en paard vergen kan. Bijzondere aanleiding zijne ware sterkte voor den vijand te verbergen en door valsche berichten den vijand te misleiden. In den oorlog toch is ieder bedrog geoorloofd. Kustlanden bieden eigenaardige middelen tot overval ling aan. Het is ook goed aan de ruiters voetvolk (Hamippen) toe te voe gen. Alles echter met de Goden. Zich den schijn van bang zijn te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 166