158
taire kaarten, mits zij op eene voor militair gebruik geschikte schaal
gemaakt zijn. (1)
De Indische topographische kaarten kunnen in twee soorten worden
onderscheiden, nl. de kaarten op groote schaal tot en met 1: 50000, en
die, welke op kleinere schaal zijn vervaardigd.
De eerste worden detail- of topographische kaarten (in engeren zin),
de laatste overzichtskaarten genoemd.
Het behoeft weinig betoog, dat laatstgenoemde kaarten hoewel
zij door het weglaten van tal van details een onvolkomen beeld van het
terrein geven toch hunne waarde voor het leger hebben, omdat
zij een gemakkelijk overzicht toelaten over een betrekkelijk uitgestrekt
terrein, voor wat betreft het net der voornaamste wegen, den algemeenen
terreinvorm en de bewoonde plaatsen.
En al zullen dergelijke kaarten in Europa, waar met zeer groote
troepenafdeelingen geageerd wordt, voor militair gebruik meer tot hun
recht komen, ook in Indië zullen zij nuttig zijn voor studie, voorde
voorbereiding van veldtochten, voor de bepaling van de hoofdbewe
gingen der troepen enz.
De topographische kaarten op grootere schaal (detailkaarten) ontstaan
meestal door rechtstreeksche opnemingdie op kleinere schaal
(overzichtskaarten) in den regel door verkleining van detailkaarten.
Yan de op Sumatra op 1: 20000 opgenomen terreinen b.v. worden
behalve kaarten op 1: 20000, door verkleining, kaarten óp 1: 40000
(1) Er zijn evenwel meerdere bijzonderheden in het terrein, waarvan de kennis
voor den militair noodzakelijk is. Sommige wegen b.v. bieden hem vrij wat meer moeilijk
heden aan, dan de kaart aangeeft, moeilijkheden, welke door het gebruik van een grooter
aantal hoogtelijnen niet geheeel in het oog vallen, ook niet, wanneer men teekens of om
schrijvingen gebruikt, waarvoor op de kaart trouwens geen plaats zou zjjn.
Men moet dus wel volstaaD, met hetgeen de hoogtelijnen daaromtrent aangeven.
Bovendien kunnen gedeelten van een weg in den Westmoesson aanmerkelijk slechter
worden.
Evenzoo is het gesteld met de rivieren. Sommige zijn in den Oostmoesson
geheel of gedeeltelijk droog, en hebben in den "Westmoesson een onstuimigen, op
enkele punten voor den overgang zelfs gevaarlijken loop, terwijl men niet zelden
rivieren aantreft, die hun bed (vooral bij de monding) verleggen.
Dergelijke bijzonderheden kunnen in het lichaam van de kaart niet worden aange
geven; daarvoor zijn verkenningen noodig, en dient men de topographische beschrij
ving te raadplegen.