171 Aan eene overzichtskaart stelt men in de eerste plaats den eisch, om groote terreingedeelten snel te kunnen overzien en te beoordeelen, en daarvoor is eene verscheidenheid van kleuren voor de terreintee- kens noodig, maar eene detailkaart behandelt men steeds bij kleine gedeelten. Daarbij komt, dat op de detailkaarten ruimte genoeg is om de wegen breeder aan te geven, zoodat deze in het zwart dui delijk sprekenop de overzichtskaarten, waar men over veel minder ruimte te beschikken heeft, kunnen de wegen niet zoo breed zijn, ook al een reden om met kleuren aan de duidelijkheid te hulp te komen. Wie dan ook de rechtlijnige, forsche en breede rijwegen en wegen, niet voor voertuigen bruikbaar, op de detailkaarten van Sumatra ziet, zal moeten erkennen, dat het in kleuren drukken van die wegen overdaad zou zijn. Ook de karrewegen en voetpaden zijn op die kaarten voldoende duidelijk aangebracht. Eindelijk zijn de nieuwere kaarten van eene legenda voorzien, en voor die kaarten is daarmede aan het lastige uit het hoofd kennen van terreinteekens voor goed een einde gekomen. Het eenige verschil in reproductie tusschen de 200008te en de 40000ste kaart van Sumatra (behalve natuurlijk dat de teekens van kleinere afmeting zijn) is de kleur der kampongs, die op laatstge noemde kaart moet worden aangebracht, daar deze anders onduide lijk zou zijn. De meening, dat tegenwoordig alles in het werk wordt gesteld, om het lezen van de kaart zoo gemakkelijk mogelijk te maken, zal on getwijfeld gedeeld worden door de ervaren kaartlezers. Voor hen, die zich geoefend hebben, zich goed rekenschap te geven, van hetgeen eene topographische kaart voorstelt, moeten de tegenwoordig uitkomende kaarten duidelijk genoeg zijn; naar vermeend wordt, bestaat er evenwicht tusschen de eischen te stellen aan de twee hoofdsoorten van kaarten (detail- en overzichts-) en de moeite en den tijd, welke aan beide soorten van kaarten besteed worden. Weltevredenden 17en Juli 1894. B. T. C. P. Schmidt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 186