198 Veel meer dan 120000, zooals in 1892, zal het voortaan, buiten rekening latende de wellicht te kweeken renten van hetgeen in de eerste jaren zal overbljjven van de voorgestelde subsidie, wanneer die n. 1. wordt toegestaan, wel niet bedragen. Nu gehoor is gegeven aan de mij onbekende vertoogen van het Departement van Financiën en der Algemeene Rekenkamer en niet is overgegaan tot sluiting van het bestaande en de oprichting van een nieuw fonds, zie ik zelfs met eene subsidie van f 300000 'sjaars de toekomst donker in en vrees ik voor het niet eindigen dier subsidie; ook omdat het aantal der weduwen nog zeer aanzienlijk zal stijgen, alvorens het maximum bereikt is. Misschien wel tot ruim 1300, gelijk ik in 1888, op grond van nieuwe gegevens, berekende. In ieder geval toonde eene in 1888 hier te lande plaats gehad hebbende taxatie der weduwenpensioenen en kindergelden, die op 1 Januari 1886 moesten worden betaald, aan, dat om die tot de laatste der gebenificeerden zou zijn verdwenen te kunnen volhouden, toen zou zijn noodig geweest een kapitaal van 6970344,99 of van gemiddeld 10672,28 per weduwe. Het cijfer der gebenificeerde weduwen bedroeg 1 Januari 1894 gezamenlijk 815. Naar dien maatstaf zou thans noodig zijn een kapitaal van f 8719252,56 en het aantal weduwen neemt nog altijd toe. 's Fonds kapitaal bedroeg ultimo December 1892 ƒ2725900,395. Het zal dus lang duren, eer de toekomst van het fonds verzekerd is! En gedurende al dien tijd zullen de na 1893 aangestelde officieren te veel betalen. Weltevreden, 1 Mei 1894. H. A. A. N. Naschrift Juist kreeg ik het vorenstaand opstel ter correctie terug, toen ik ter inzage ontving een overdruk van: „Nog eens „De nood van het Indische Militaire Weduwen en Weezenfonds'"' door H. C. A. Reumpol, gep. Kolonel O. I. leger, voorkomende in „de Indische Gids" van Mei 1894. De in dat stuk vervatte beschouwingen komen in hoofdzaak overeen met de door mij ontwikkelde, en getuigen van een ernstig en zeer verdienstelijk streven, tot behartiging van de belangen van het officierskorps en van de daarvan afkomstige

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 213