202
Op die bende werd door onze troepen niet gevuurd, omdat naar
het oordeel van den zooeven genoemden luitenant, de vijandelijke
troep niet dicht genoeg bij zijne patrouille voorbijtrok en onze post
Tjot-Iri op dat oogenblik in zijne vuurlijn lag.
In den avond van 80 September, kort voor het middernachtelijk
uur, ontving daarom de majoor Yink den last, om met het door hem
gecommandeerde 12" bataljon infanterie, een peloton cavalerie, en
eenig ambulancepersoneel onder den officier van gezondheid Gersen, des
anderen daags, in het vroege morgenuur er op uit te gaan, om den
VIIen sector van het door ons bezette gebied te doorkruisen en den
vijand te verjagen, terwijl terzelfder tijd de majoor Pompe van Meer-
dervoort, commandant van het 15e bataljon infanterie, eene zelfde
opdracht ontving ten aanzien van den YIen sector. (1)
Bij de uitvaardiging van de daartoe noodige mondelinge be
velen, die namens den kolonel van Teijn door den plaatselijken com
mandant, den overste Boellaard werden gegeven, had een misverstand
plaats, doordien aan den majoor Vink den VIIen sector ter doorzoe
king werd aangewezen, terwijl het dit bleek later de bedoeling
was den Ien sector te doen doorkruisen, waarin Kandang Radja Bedil
gelegen was en alwaar het kort te voren op den 4en April geleverde
gevecht had plaats gevonden.
Beide colonnes kwamen in den middag in hare kampementen te
rug, zonder iets van den vijand te hebben bespeurd.
"Wij achten het hier de plaats, een woord van waardeering voor
onze cavalerie uit te spreken, die, aangevoerd door den len luitenant
Raaijmakers, zich door de hooge alang-alang velden van af den
Pinangrand tot aan Lamjong ruim baan maakte en het doorzoekiogs-
werk van het zwaar begroeide terrein voor een zeer groot deel uit
de handen der infanterie nam.
Uit vele op den len October door ons bestuur ontvangen berichten
bleek inmiddels, dat de vijand wel degelijk binnen onze linie zat en dat
(1) Het in 1887 door ons in Groot-Atjeh geoccupeerde terrein was voor den pa-
trouilledienst in 7 sectoren verdeeld, waarvan het 15e bataljon 1, het 3e, 12e en 14e
bataljon elk 2 sectoren voor hunne rekening namen, om die op ongeregelde tijden door
patrouilles, sterk 3 officieren en 70 minderen, te doen doorkruisen.