'204 keeren. Twee groote pakken met mondbehoeften konden niet meer meegedragen worden. De van het Nederlandsche leger gedetacheerde kapitein T. W. J. Buijs waot deze was het had hiermee de zelfvoldoening, dat hij de taak, die des anderen daags voor de uitrukkende troepen was weg gelegd, beduidend verlicht had. Wij zullen weldra zien, hoe ons die verlichting te stade kwam bij den hardnekkigen tegenstand van den vijand. Volledigheidshalve zij hier mede vermeld, dat de marine ook hare taak in dienzelfden nacht volbracht door het aangroeien van 's vijands macht over zee te keer te gaan. De troepenmacht nu, die in den morgen van den 2en October uit rukte, bestond uit A. eene colonne, onder commando van den majoor J. A. Vink, sa mengesteld uit: a. het 12e bataljon infanterie, sterk 14 officieren en 293 minderen b. twee sectiën van de 4e bergbatterij, sterk 3 officiereu en 45 minderen; c. het rechterhalf 4" eskadron cavalerie, bestaande uit 3 officieren en 44 minderen d. een detachement genietroepen, sterk 1 officier en 30 minderen e. het ambulancepersoneel, 2 officieren en 18 minderen en f. 62 dwangarbeiders voor het dragen van tandoes, reservemunitie en planken. Totaal 23 officieren en 430 minderen. B. eene colonne, onder commando van den luitenant-kolonel S, J. E. J. V. Barthelemij, samengesteld uit: a. het 3e bataljon infanterie sterk 15 officieren en 343 minderen; b. een detachement infanterie van het 2e garnizoensbataljon, onder commando van 1 kapitein, sterk 4 officieren en 153 minderen; c. twee Br. coehoornmortieren onder 1 adjudant-onderofficier dd. officier en 7 minderen; d. 10 cavaleristen onder een opperwachtmeester; e. het ambulancepersoneel 1 officier en 11 man en f. 32 dwangarbeiders voor het dragen van tandoes, enz, Totaal 20 officieren en 524 minderen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 219