212
voordeel tot dekking kon worden partij getrokken van de van Noord
naar Zuid loopende galangans, die de alang-alang vlakte doorsneden.
Nadat aldus de vijandelijke stelling tot op 100 M. genaderd was,
ontving kapitein van den Bussche last, om met 50 bajonetten des
vijands linkervleugel om te gaan en de Noorderface van Kandang
Radja Perak te bestormen.
Deze omtrekking werd door den vijand onopgemerkt, volvoerd.
Inmiddels hadden onze troepen in front nog één sprong naar voren
gedaan en gaven zij alsnu op 50 a 60 M. afstand, gedurende éen
minuut, snelvuur, waarop onmiddellijk tot den stormaanval werd
overgegaan.
Tamboers en hoornblazers sloegen en bliezen den stormmarseh, de
looppas werd aangenomen, de officieren snelden hunne sectiën voorbij
en met een luid hoerahstormden de Amboineezen met gevelde
bajonet op den vijand, om dezen in het wit. der oogen te zien.
Op meer dan eene plaats geraakte men handgemeen, waarbij aan
weerszijden met doodsverachting gestreden werd
Vooral het Zuidelijk gedeelte der stelling, waarop de 4" compagnie
attaqueerde, werd door den vijand hardnekkig verdedigd.
Verscheidene Atjehers werden déar met de bajonet afgemaakt, de
luitenant Witteveen schoot er twee met de revolver neer, de Euro-
peesche fuselier Kramer werd met wonden overdekt.
Maar ook bij de compagnie van Haeften was men duchtig te werk
gegaan.
De Amboineesche fuselier Karossie, Alg. St. N°. 9002, schoot den
voorsten Atjeher neer, die met opgeheven klewang zijnen post ver
dedigde en stak daarna een tweeden Atjeher neer, die hem te lijf wilde.
Ook de Europeesche korporaal Schordell, Alg. St. N°. 8697, die kort
daarop in een ander gevecht den heldendood stierf, was één der eersten,
in de vijandelijke stelling, schoot er een vijand neer en sloeg de
hersenpan in van een tweeden, die hem met den klewang bedreigde.
Zoo onderscheidden zich mede de Amboineesche sergeant Balthasar,
Alg. St. N°. 81146 en de sergeant-majoor Jhr. van der Maesen de
Sombreff, die beiden op een ander punt de voorsten waren. Terwijl
Balthasar een Atjeher neerschoot, reeg hij een ander aan de bajonet.
Weer een ander Atjeher, een in het rood gekleede voorvechter,