216
Toen dus ook de kapitein Meuleman nabij Kandang Radja Bedil
aankwam, was onze aanvallende stelling aldaar van lieverlede vrij
sterk geworden.
Keeren wij intusschen weer op onze schreden terug, om te zien,
wat er geschiedde bij de hoofdmacht onzer troepen, die, zooals hier-
voren werd gezegd, door het vuur uit Laksamana zoo juist een In-
landsch fuselier van het 12e bataljon infanterie had verloren en
de verdere diensten had te missen van den dokter Prochnik, die
onder het verbinden van den zoo even bedoelden soldaat een schot
door de hand ontving.
De overste Yetter nam thans het rechtstreeksch commando der op
de vlakte vereenigde troepenmacht op zich, die tegen Kota Laksamana
en Kandang Radja Bedil zou ageeren, naar aller vermoeden de laatste
steunpunten van den vijand.
Dewijl het voorbereiden van den aanval ten zeerste door artillerie
vuur zou worden gebaat, werd met een brandend verlangen uitgezien
naar de aankomst van de kanonnen, die met groote moeielijkheid de
Aroesan Kroeng Tjoet moesten worden overgebracht, daar waar de
colonne Vink bij het eerste treffen den vijand verjaagd had.
De oevers van dit riviertje toch waren zeer steil, het water steeg
aanhoudend door den opkomenden vloed, terwijl buitendien de mod-
derachtige bodem door de reeds gepasseerde troepen geheel en al
was omgewoeld. De bespanningen der stukken dienden dus afgespan
nen, de paarden één voor één aan de hand geleid, de munitiekisten
afgehaakt en evenals de affuiten en vuurmonden één voor één met
handenarbeid naar den overkant te worden gebracht.
Geen wonder dus, dat de overtocht betrekkelijk veel tijd
vorderde.
Zoodra intusschen het eerste stuk op de vlakte deboucheerde, kwam
het in batterij achter een galangan tusschen de troepen van het 12e en
3e bataljon infanterie, en nam het granaatvuur een aanvang, welk vuur
nochtans dra moest worden gestaakt, omdat het was toen 9 uur
30 min. Y.M. op den verlengden Pedirdijk ten Zuiden van Kota
Laksamana, dus ongeveer in de vuurlijn onzer artillerie, een troep
infanterie werd gezien, die gevaar liep door eigen granaatscherven
getroffen te worden.