218 dekkingspeloton Schultze zich bij de hoofdmacht aangesloten hadden, rukte deze eindelijk onder commando van den overste Vetter op tegen Laksamana, de infanterie in compagniescolonnes in twee liniën, het 3® bataljon op den rechter—, het 12" bataljon op den linkervleugel, de artillerie in het midden. Bij dezen opmarsch viel geen schot meer van den vijand, werd Xiaksamana gepasseerd, sloot het peloton Webb zich weder bij de hoofdcolonne aan en zwenkte de linkervleugel der voorste linie naar het Noorden om, om front naar Kandang Radja Bedil temaken. Ook daar zou voor de hoofdmacht niets meer te verrichten zijn, aangezien zoo juist het detachement van Neer onder een luid hoerah bezit van dien heuvel had genomen. De mede te vroeg aan het Indisch leger ontvallen luitenant Graade, die spoedig daarna in Edi den heldendood stierf, had namelijk waar genomen, dat naar gissing een 200 tal vijanden langs de Westelijke helling den heuvel verlieten en deze omstandigheid was voor van Neer voldoende, om niet langer met den stormaanval te toeven. Te 10 uur V.M. eindelijk waren alle ageerende troepen op en rondom Kandang Radja Bedil vereenigd. De 3® en linkerdivisie van het 3® bataljon stelden zich daarop in bataille op, front naar het Westen en Zuidwesten, om tot het salvo- vuur over te gaan, ten einde den in de nipa-nipa verdwenen vijand zoo mogelijk nog eenig nadeel toe te brengen; de artillerie wierp met hetzelfde doel nog een paar projectielen, terwijl het 12® bataljon positie nam aan het zeestrand, front naar het Westen, van waaruit het nog even een 3 tal vluchtende Atjehers onder vuur kon nemen. De troepen kregen alsnu „voorloopig gedaan", eenige schildwachten posteerden zich aan den rand van den bezetten heuvel, die duch tig door den vijand versterkt bleek, terwijl aan een groot deel der man schappen eenige rust werd gegund. Aan den majoor Vink werd nochtans opgedragen met zijn gansche bataljon eene verkenning te maken langs het zeestrand tot aan de monding van de Atjehrivier bij welken marsch niets van den vijand bespeurd werd - en daarna kreeg ook het 12® bataljon infanterie eene wijle rust.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 233