219 Er moest nu dra het noodige worden verricht ter verzorging van de gewonden (wij bekwamen slechts 4 dooden en 17 gewonden) en dienden de genietroepen dadelijk aan het werk te gaan, om de brug gen over de Aroesan Kroeng Tjoet en aan den kop van den Pedir- dijk in voldoenden staat terug te brengen, om den terugmarsch naar Kota Radja ongehinderd te kunnen ondernemen. Dientengevolge werd bepaald, dat de gewonden naar Kota Pohama zouden getransporteerd worden, onder dekking van de huiswaarts keerende detachementen van Neer en van den Bussche, terwijl het verder vervoer der gewonden per prauw naar Pakan Kroeng Tjoet en vervolgens per stoomtram naar het hospitaal te Kota Radja zou plaats vinden. De gewonde Dr. Prochnik zou de zorg voor de zieken op zich nemen gedurende het transport. Al verder toog de luitenant Pauel Zuidwaarts tot het herstellen der bruggen en werd zijnen mar8ch daarheen, zoomede de daar te verrichten werkzaamheden, ge dekt door eene compagnie van het 3e bataljon, welke gelegenheid vond nog twee gewapende Atjehers neer te schieten. Yoorts werden de dwangarbeiders, mede onder dekking eener com pagnie infanterie, aan het werk gezet, om het pad, dat van Kandang Radja Bedil naar Kota Babi voert, open te kappen. Middelerwijl verscheen te Kandang Radja Bedil de kolonel-gouver neur van Teijn, die te Kota Radja achtergebleven was, om voor alle eventualiteiten nieuwe bevelen tot oprukken te kunnen geven. Op de hoogte der zaken gesteld, ontbood hij de colonnecommau- danten bij zich en deelde dezen mede, dat hij ten zeerste tevreden was over de flinke houding der onderscheidene troependeelen, zoo ook over het behaalde succes en dat de colonnecommandanten een en ander al dadelijk ter kennis moesten brengen van hunne onder- hoorige officieren. Om 12 uur 30 min. N.M. ving daarop de terugmarsch naar Kota Radja aan, en kwamen de troepen om 2 uur 15 min. N.M. in hunne kampementen terug, met de zelfvoldoening hunnen dag wèl besteed te hebben. Had het gevecht ons eenige offers gekost, deze wogen ruimschoots

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 234