227 dat aan de eischen van een hedendaagsch vuurwapen voldeed, werd er een commissie benoemd van 11 leden, die vergelijkende proeven met verschillende geweren zouden houden. Het te volgen programma luidde: le. Schieten van een schijf beeld per geweer. 2e. Meten van V° en van den terugstoot. 3e. Proeven omtrent kalibervergrooting. 4e. verhitting en aanslijming van den loop. 5e. «de patronen in het magazijn bij langdurig schieten. 6e. Geweldproeven met sluitstuk, roesten en wanneer zand in het sluitmechanisme komt. 7®. Vergelijkingsproeven aan de Schietschool te Wallenstadt. 8®. Studie omtrent de samenstellende deelen. 9®. Proeven en beoordeeling van andere stelsels. 10®. Transportproeven met munitie. De vraag omtrent het aantal patronen, dat het magazijn moest bevatten, werd in 1887 beslist en op 12 vastgesteld. De geweldproef bestond in het indrijven van een mantelprojectiel in de kamer en wel zoover dat een patroon daarna kon worden ingebracht; deze patroon werd afgevuurd en daarna nog 10 schoten ge daan, zonder dat eenige verandering te bespeuren viel. Toen nu alle proeven afgeloopen waren, trad de quaestie van het rookzwakke kruit op den voorgrond. De chemicus Schenker vond een dergelijke soort als in Frankrijk werd gebezigd, doch nu moesten alle proeven herhaald worden, zoodat deze eerst in Mei 1889 afliepen, waarbij het Schmidt geweer als het beste werd bevonden. Dit geweer is een snelvurende enkellader, doch bij gebruik van het magazijn een repeteergeweer. Yuursnelheid: In 1 minuut Enkellader, gerichte schoten 20. Repeteer 30. Snelvuur (geheel mechanisch zonder richten) 40. Het geweer behoeft bij gebruik van het magazijn niet uit den aanslag gebracht te worden. Gewicht geweer normaal 4,3 K. G.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 242