229 Den patroontrekker 3; deze is voorzien van een ovale haft en twee nokken ter bevestiging. De huls tot geleider 4deze omgeeft het achterste gedeelte van den geleider 1 en rust van voren tegen den rand, terwijl van achteren 2 nokken zijn aangebracht. De gleuf waarin zich de spannok van den grendel beweegt loopt van voren recht, daarna schroefvormig en van achteren weder recht. Door deze schroefvlakken heeft de draaiing van de huls en dus ook van den grendel plaats. De beiden nokken zijn eveneens schroef vormig, waardoor bij het sluiten een plotselinge stoot tegen de patroon voorkomen wordt en bij het openen de huls losgemaakt wordt. De verbindingsmoer 5; deze vereenigt door aanschroeving de slagpin enz. met den grendel. Haar bodem heeft twee doorlatingen die in twee gleuven overgaan, de loodrechte in de lange gleuf waardoor de slagpin tot ontsteking vooruit kan gaan en een rechthoekige kortere die dit vooruitgaan belet en als zekerheidsrust dienst doet. In het midden van deze moer is de doorlating voor de slagpin, aan de bovenzijde een nok met gleuf voor een nok van den grendel. De slagpin 6 met rustnok en ring. De slagveer 7. De slagnaald 8 met een mof ter koppeling aan de slagpin. De grendel 9; deze dient om het sluitstuk te openen en te sluiten door één horizontale beweging. De voorkant is aan de onderzijde afgevijld, ten einde bij het inbrengen over de nok van den grendelhouder te kunnen gaandeze nok beweegt zich in een gleuf en begrenst de beweging van den grendel. Yan voren heeft men de spannok; van achteren de nok die zich in de gleuf van de opsluitingsmoer beweegt en voorts de greep. De verdere samenstellende deeleu zijn De lade met handbeschermer, de onderband met kordonbeugel en bandveer. De trekkerplaat met beugel waaraan de magazijnshef boom is geschroefd. Aan dezen magazijnshefboom 10 is een tap en een boog met twee groeven. De trekkerplaat is bevestigd aan de ladeaan het staartstuk heeft men behalve de kruisschroef nog drie schroeven. De onderkordonbeugel met 2 schroeven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 244