230 Dé geweerriem. De kolfplaat met 2 schroeven. De bovenbaud, bestaande uit 2 stukken (met scharnier en opsluit- schroef). Door het ontbreken van den ontlaadstok heeft men voor het aan rotten zetten der geweren een, zooals de Duitscher het noemt, Pyrami- denstift, hetgeen wij gevoegelijk een rottenstift zouden kunnen noemen. Het magazijn met veer en aanbrengerplaat; aan den rechterzij wand is een plaatje met schuine zijde tot geleiding van de tap van den magazijnshefboom Bij het geweer behoort: Een dolk met scheede. Een poetskoord voor het schoonmaken van den loop. Een poetshout voor het schoonmaken van de kamer. Een huls tot afsluiting loop. Een schroefdraaier, die echter aan het zakmes is bevestigd. De patroonhouder is van stevig waterdicht papier met blikken om kleedsel, waardoor vier haken gevormd worden, die wanneer men den houder met 6 patronen gevuld heeft, neergeslagen worden en zoo de patronen op haar plaats houden. Deze houders hebben zeer weinig waarde, doch kunnen zeer goed meermalen gebruikt worden. De patroon. De kogel heeft hier na vele proeven een andere samenstelling gekregen, men is namelijk overgegaan tot het Rubinsehe pantserprojectiel met papier omhulsel. Mod. 90. De kern is van hard lood, de punt is voorzien van een stalen kap, die door inbuiging met de kern vast verbonden ishet geheel is omgeven door een bijzonder soort papier met vaseline aan de buitenzijde. Dit projectiel veroorzaakt mindere afbrokkeling der velden, veroorlooft grootere speling, daar het projectiel gemakkelijker opstuikt, heeft betere trefkans en grooter indringingsvermogen. Werking van den sluittoestel. leAls enkellader. Het staartstuk neemt het sluittoestel op, de voor en achterwaart- sche beweging wordt door den grendel bewerkstelligd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 245