283 Afstand. Geweer M/89. Geweer Yetterli. 300 M. 5.14 700 11.96 °/0o 500 10.56 22.05 1000 32.15 56.83 1600 76.86 123.27 2000 121.81 De groote gestrektheid van de baan blijkt ook uit de invalshoeken. 300 M. 7 °/00 13.78°/00 500 15.8 27.64 1000 55.9 85.67 1600 152.6 223.34 2000 262.1 Het voor het schieten (met het oog op oorlogstoestanden) gewich tige dier getallen is de vermeerdering der bestreken ruimte. Het maximum der bestreken ruimte bedraagt voor een doel van 1.8 M. hoogte bij het nieuwe geweer 464 M., bij het oude 346 M. Op korte afstanden wordt natuurlijk de geheele ruimte bestreken, terwijl deze op grootere afstanden aanmerkelijk vermeerderd is. Zoo bedraagt de bestreken ruimte op 500 M. 120.5 M. 66 M. 1000 32.3 24 1600 11.8 8 2000 6.9 Haast de bestreken ruimte heeft echter de trefkans, voor veld- gebruik, een groote waarde, ook deze heeft niet weinig gewonnen. Zoo bedraagt de straal van den cirkel der 50 °/0 beste treffers, op 300 M. 9.3 cM. 16 cM. 400 12.6 23 500 16.3 31 600 20.7 40 Uit deze gegevens blijkt reeds voldoende de groote vooruitgang op ballistisch gebied, het verdere zij af te leiden uit de hierachter gevoegde schootstafel van Hebler, die hoewel niet volkomen juist wat aangaat de einduitkomsten, voor eene vergelijking met de andere geweren echter de noodige gegevens aanbiedt. Hiermede zij voorloopig deze voordracht beëindigd. J. M. Ente van Gies.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 250